i37
last met den algemeenen dienst, W. F. Stoel c.i.de chef der afdeeling
Hydrographie van het Departement van Marine, J. L. H. Luymes>
Kapitein ter Zee-titulair; de directeur van de Militaire Verkenningen,
I. H. Reynders, Kapitein van den generalen staf en de ingenieur
verificateur van het kadaster te Utrecht, P. J. Hogenhuis.
Vergaderingen.
Ter bespreking van hare aangelegenheden vergaderde de Commissie
éénmaal te Leiden.
Bibliotheek.
De blijkens het jaarverslag over 1898 aan den Staat geschonken biblio
theek onderging eenige uitbreiding met uit het buitenland ontvangen
publicatiën.
Betrekkingen met de builenlandsche ledeu der internationale aardmeting.
De internationale betrekkingen bleven nog beperkt tot die met de in
den oorlog neutraal gebleven landen.
Werkzaamheden der Commissie.
De bemoeiingen der Commissie betroffen in 1921:
de primaire driehoeksmeting;
de secundaire driehoeksmeting;
de sterrekundige plaatsbepaling;
de slingerwaarnemingen.
Driehoeksmeting. Personeel.
Bij den aanvang van 1921 bestond het personeel voor de driehoeks
meting uit de volgende personen
de ingenieurs N. Wildeboer c.i.; Cd. H. Bijl c. i.; J. B. de Hulster
c.i.; de rekenaars H. Vuurman en mej. R. E. Bongers.
De ingenieurs Wildeboer, Bijl en de Hulster verkregen met ingang
van 1 Februari 1921 eene aanstelling als rijksambtenaar met den titel
van ingenieur bij de Rijksdriehoeksmeting; in den aard van hun werk
kring kwam echter geen wijziging.
Met ingang van 1 November 1921 werd de landmeter van het kadaster,
J. J. A. Heezemans, werkzaam gesteld bij de Rijksdriehoeksmeting.
Van 13 Juni tot 29 September was als assistent-ingenieur in dienst
N. J. Rengers, student aan de technische Hoogeschool.
De ingenieur Bijl was wegens ziekte het geheele jaar buiten dienst.
Primaire driehoeksmeting.
Het tweede deel van „Triangularion du Royaume des Pays Bas" kwam
geheel gereed en werd op ruime schaal verspreid.
