152 verhindering of wel de Ambtenaar van de I. en O. wegens te late indiening der benoodigde bescheiden, niet voor het verstrijken van den gestelden termijn van zes maanden de overschrijving kunnen bewerkstelligen. In zoodanig geval kan de Directeur van Financiën, indien daarom door belanghebbenden of gemachtigden vóór het verstrijken van den termijn van zes maanden verzocht wordt, verlenging verleenen van dien overschrijvingstermijn. (Stbl. 1897, No. 239.) In geval de overschrijving niet binnen den vastgestelden termijn plaats heeft en de termijn is niet bij beschikking van den Direc teur van Financiën verlengd, dan zal, indien de overdracht aan betaling van het recht van overschrijving is onderworpen, dat recht met één tiende verhooging worden ingevorderd en voorts verschuldigd zijn een gelijke boete van V10 verhooging voor elke volle maand verzuim. De boete zal nooit hooger mogen oploopen dan viermaal het verschuldigde recht (art. 8). Indien echter eene overschrijving van betaling van dat recht van overschrijving is vrij gesteld, zal verbeurd worden eene boete van 2 van de geschatte of verpondingswaarde van het goed, dus geen oploo- pende boete (art. 9). Het recht van overschrijving, de te verbeuren boeten, alsook de zegel- en legesgelden zijn verschuldigd door den verkrijger van het vast goed, indien bij overeenkomst tusschen partijen niet anders is bedongen (art. 10). Het recht en de boeten verjaren, evenals alle vorderingen voortspruitende uit belastingverordeningen, door verloop van vijf jaren te rekenen van den dag, waarop de vordering is ontstaan. (Stbl. 1892, N°. 159). Wanneer een maand verstreken is na die, waarin de overschrij ving had moeten plaats hebben, wordt overgegaan tot inning van recht en boete (art. 39). Aan deze bepaling in de ordon nantie wordt, zooals schrijver bekend is, niet altijd en overal de hand gehouden. Om nalatigheid in het overschrijven zooveel mogelijk te weren, en verjaring van landsrechten en boeten te kunnen tegengaan, zijn de Notarissen, Vendumeesters en Landmeters of personen bevoegd tot het afgeven van landmeterskennissen, op verbeurte eener boete van f 25.tot f 100.verplicht, voor den tienden van elke maand, aan de Ambtenaren belast met de I. en O. eene opgave in te dienen en wel de notarissen van de overeen-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 152