Rollin A. Harris, waarbij wordt aangenomen, dat de getijden
in den oceaan niet door voortschrijdende, doch door staande
golven zouden worden veroorzaakt. Reeds Newton schijnt iets
dergelijks voor den geest te hebben gezweefd.
Het water in een vat kan zoodanig in beweging worden ge
bracht, dat eene uni-nodale slingering ontstaat met het knoop
punt in het midden en onder den invloed van een systeem van
synchronisch inwerkende periodieke getijverwekkende krachten,
zouden nu ook in bepaalde gedeelten van de wereldzee staande
golven op kunnen treden. Wanneer nu twee dergelijke staande
golven met een bepaald phaseverschil interfereeren, dan zullen de
«Isorachiën» of <Vloed-uurlij nen» in een bepaalden zin om
het centrum rondloopen en vormen aldus eene <Amfihidromie
Prof. Stern eek paste
deze theorie ook toe op
de Noordzee en komt dan
tot het resultaat, dat be
halve de eigenlijk reeds
tot den Atlantischen Oce
aan behoorende Amphi-
dromie, welke de Far
oe r tot centrum heeft, in
de Noordzee nog drie
amphidromiën optre
den, zooals op nevenstaand
kaartje nader is aange
duid. De centra dezer
amphidromiën liggen
alle drie nader bij de
oost- dan bij de westkust
van de Noordzee en daar
mede is meteen het ver
schijnsel verklaard, dat
de getijden aan de Ne-
derlandsche-, Duitsche-
en Deensche stranden minder intens optreden, dan aan de
Engelsche Oostkust.
164
AmjoJu.clrvmiciv du,-
Annalen der Hydrographie und maritiraen Meteorologie, Jahrg. 1920.