zijnde g voet j duim boven stadspeihVolgens Prof. Moll is er van 1681 af sprake van Stadspdil of A.P., volgens Ale wijn den in 1839 overleden Commissaris van Stads «Publieke Werken», werd het echter reeds in 1670 genoemd. In i860 waren nog 5 van deze oude peilmerksteenen aanwezig en volgens de water passingen van Prof. Stamkart, Dr. Lely en van der Sterr lag toen het gemiddelde van het door deze merken aangegeven A.P. op 82 m.M. boven het A.P. van het Stads-waterkantoor. De hoogte van «halftij» was omstreeks 1700 gemiddeld 164 m.M. en omstreeks i860 gemiddeld 77 m.M. onder het A.P. van het waterkantoor en daar het verschil tusschen hoog en laag water in de periode 17001717 =31,83 c.M., in 17961813 31,77 c.M. en in 18431860 31,63 c.M. was of rond 32 c.M., volgt hier dus uit, dat oorspronkelijk het A.P. van het waterkantoor over een kwam met de hoogte van den vloed in het open IJ voor Amsterdam. Het verschil 87 m.M. in hoogte van «halftij» ten opzichte van het A.P. in 1700 en in i860, in verband met het verschil in hoogte van het A.P. in i860 van het waterkantoor en van de peilmerksteenen wordt door de Professoren Stamkart en van de Sande Bakhuijzen toegeschreven aan veranderingen van den peilstok en van den vloer van het waterkantoor, zoodat de waterstand volgens hen niet zou zijn gewijzigd. De door hen bedoelde veranderingen kunnen langzamerhand hebben plaats gevonden, doch grooter kans is er, dat ze sprongs gewijze zouden moeten hebben plaats gehad; uit de resultaten der waarnemingen moet dit echter kunnen blijken en het is daarom ten zeerste te betreuren, dat de berekening betreffende alle jaren van de langdurige waarnemingsreeks van het water kantoor nog niet is geschied, zooals indertijd door de Commissie der Koninklijke Academie van Wetenschappen is voorgesteld 2). Ook voor de getijbeweging langs onze kusten en niet alleen voor de grootere schommelingen, doch vooral ook voor de kleinere, bijv. ten gevolge van de Brücknersche periode van 35 jaren, bevat de 161-jarige waarnemingsreeks van het waterkantoor on schatbaar materiaal, zooals overigens nergens ter wereld is te vinden. i66 x) 9 voet 5 duim 2,676 M. 2) Zie hierover Tijdschrift voor K. en L. Jaarg. 1921, blz. 13.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 166