i7° een bedrag zou bereiken van 6,5 c.M. te Repart, 15 c.M. te Zierik'zee en 16,5 c.M. te Tholen. Een blik op de kaart der Noordzee geeft ook reeds den indruk, dat de Vlaam- sche en Zeeuwsche kusten onder andere invloeden staan dan de Hollandsche; voor de eerste ligt de lange reeks der «Vlaamsche Ban ken», terwijl langs de Hol landsche kust de «Bree veertien» als een eentonig plateau van de kust afzinkt. Hier is het gebied van de «Groote Slenk», zooals ook blijkt uit de ligging van de diluviale keileem, die in Oostelijk Nederland boven, doch bij Schoorl eerst op 100 M. bene den N.A.P. wordt gevonden. Zoo beknopt mogelijk hebben wij hiermede het voor de ont watering van onzen bodem zoo gewichtige vraagstuk der secu laire daling behandeld; elke centimeter daling, brengt enorme kosten mede, daar niet alleen de dijken zullen moeten worden verzwaard, doch de kortere spuitijd der sluizen dwingt tevens tot intensievere bemaling. Het reuzen-gemaal bij de Lemmer totnogtoe het grootste van Europa zal dan in de toekomst door meerdere van wellicht nog grooter vermogen moeten worden gesteund en ook elders zullen dergelijke titanische installaties noodwendig blijken te zijn, wanneer althansde daling voortduurt. Naarmate de huidige gebergten vervlakken en door de groote rivieren zeewaarts worden gevoerd, zullen de in de aardkorst nog immer werkzame en voortdurend zich wijzigende spanningen ver- "Zie r/A s fcxe,i x) Zie Tijdschrift voor K. en L. 1914, blz. 172.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 170