176
tische as, dus in haar eigen vlak om het hoofdpunt (ter regeling
van de richting der helling van de camera).
De helling wordt verkregen door eene draaiing in verticalen
zin, in een draaipunt boven s, juister: in het virtueele spiegelbeeld
van het voorste objectief-centrum. In die draaipunten kunnen
beide apparaten bovendien om verticale assen bewogen worden
(voor de oriënteering).
Apparaat II kan bovendien in verticale richting (schaal) en
horizontaal in de richting PS (aansluiting) verschoven worden.
Teneinde nu na te gaan hoe de projecties van twee opvolgende
foto's in één lichtbeeld kunnen worden vereenigd en de uit verschil
lende oorzaken ontstaande verschillen worden vereffend, volg ik
voorloopig de werkmethode der «Deutsche Karte».
Als grondslag voor de omvorming der eerste foto tot eene
horizontale projectie dienen minstens drie vaste punten op het
terrein, die trigonometrisch bepaald en georiënteerd zijn. Een-
voudigheidshalve neem ik aan dat de beelden van alle drie voor
komen op de eerste foto.
De volgende foto's worden op de voorgaande ingesteld door
overlapping (overdekking) met 3U.
De opneming geschiedt in reeksen op nagenoeg gelijke vlieghoogte
en in rechte lijn, de reeksen bedekken elkaar met ongeveer V4.
Elk terreinpunt komt dus voor op 4 tot 8 foto's.
De omvorming van al deze foto's tot eene kaart geschiedt
zonder eenige voorafgaande berekening der onbekenden die tot
de zoogenaamde «auszere Orientierung» behooren (richting en
bedrag der helling, oriënteering ten aanzien der coördinaten assen,
ruimtecoördinaten der plaats van de camera tijdens de belichting.)
Die berekening leidt somtijds niet, en dikwijls eerst na ver
effening met meerdere gegevens, tot voldoend nauwkeurige uit
komsten, kost dan veel tijd, zoodat zij «unwirthschaftlich» is.
De omvorming der foto's tot projecties en hare aaneensluiting
geschiedt geheel langs optisch-mechanischen weg. Ter opheffing
der kleine verschillen, welke zich daarbij openbaren, is het van
veel gewicht dat die verschillen zich in den regel manifesteeren
op verschillende wijzen, als zij ontstaan uit verschillende oorzaken
en dientengevolge een aanwijzing geven door welke bewegingen
in de projectie-inrichtingen of van het scherm (de tafel) zij kunnen
opgeheven worden.