Om dit, afgezien van de practijk, voorloopig theoretisch duide lijk te maken, onderstel ik, dat het terrein horizontaal is en dat de eerste foto de drie vaste punten bevat. Deze wordt door apparaat I aangesloten aan eene kaart, waarop die punten in de aange nomen schaal voorkomen. Behalve verschuiving der kaart zijn hiervoor drie bewegingen noodig: die van de tafel verticaal op of neer voor de instelling der schaal, die van de fotografische plaat in haar vlak voor de richting der helling, die der draaiing van het apparaat verticaal om punt boven s voor het bedrag der helling van de plaat op het oogenblik der belichting. De beide laatste bewegingen kunnen worden bepaald door de regelen van perspectief in mijne vorige verhandeling vermeld. Nadat volkomen overeenstemming tusschen de gekaarteerde vaste punten en hunne beelden bereikt is komt de volgende foto in apparaat II aan de beurt. Eerst worden weder de schaal, de richting en het bedrag der helling bepaald. Hiertoe behoeft nu van de vaste punten geen gebruik meer te worden gemaakt. Alle beelden van scherp be grensde terreinvoorwerpen, in beide projecties voorkomend, kunnen hiertoe dienen. Voor de instelling der schaal wordt apparaat II verticaal op of neer bewogen. De instelling van richting en bedrag der helling geschiedt op analoge wijze als bij apparaat I. Tegelijk moeten de beelden der beide apparaten op elkaar worden georiënteerd. Dit geschiedt door ze te draaien om hunne verticale assen. De wisselende belichting geeft een middel tot nauwkeurige •oriënteering en aansluiting. Indien de beelden van de grenzen van wegen, perceelen, huizen enz., die ongeveer evenwijdig aan de richting SP gelegen zijn, niet samenvallen, zullen zij bij de wisselende belichting evenwijdig aan die richting heen en weer dansen, wat ophoudt als één of beide apparaten iets gedraaid worden om de verticale as, ter verbetering der onderlinge oriën teering. Maken de beelden van dergelijke grenzen, loopende ongeveer loodrecht op de richting SP, een dergelijke beweging, dan moet apparaat II horizontaal iets worden verschoven ter verbetering der aansluiting. Pen slotte kan het voorkomen dat er zich nog kleine afwijkingen vertoonen, die toenemen naarmate zij verder van de optische 177

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 177