d. De heer J. M. H. Heines, eenig candidaat voor de Redactie
van het Tijdschrift wordt bij acclamatie als zoodanig door de
vergadering gekozen. Alvorens te beslissen wenscht de heer
Heines enkele bezwaren omtrent het tijdschrift te uiten. Overi
gens hulde brengend aan den heer Polêe voor diens artikelen
merkt hij op, dat deze niet altijd direct betrekking hadden op
het dienstvak en acht hij in die richting beperking noodzakelijk,
mede met het oog op de kosten. Dat eene kleine vereeniging
als de onze twee organen bekostigt is eene overbodige weelde.
Eén orgaan met een redactioneel en een door het bestuur ge
redigeerd gedeelte is voldoende. Het Bestuur behoudt de be
voegdheid in een bijzonder geval een afzonderlijk huishoudelijk
orgaan te doen verschijnen. Spreker meent, dat statuten en huis
houdelijk reglement zich niet tegen de voorgestelde vereeniging
verzetten.
De Voorzitter verklaart dat het bestuur geen bezwaar heeft.
Alleen zal er bij de inbinding en verzending rekening moeten
worden gehouden met de bepafing, dat buitengewone leden geen
huishoudelijk orgaan ontvangen.
De heer So er acht het illusie, dat op deze wijze zal worden
bezuinigd.
De heer Heines acht de samenvoeging een gemak voor den
redacteur in tijden van gebrek aan kopy.
De heer Tienstra vreest voor vertraging van bestuursmede-
deelingen.
De vergadering vereenigt zich met het voorstel van den heer
J. F. A. van Rïessen, de regeling over te laten aan het bestuur
en den redacteur.
De heer Heines neemt hierop de benoeming aan (applaus).
De Voorzitter spreekt thans een hartelijk afscheidswoord tot
den aftredenden redacteur, waarin hij zoowel diens bekwaamheid
als ambitie in herinnering brengt. Sedert 1914 herkoos men den
heer Polêe telken jare, al bleef hij zich ondanks de critiek con
sequent bij voorkeur bewegen in de randgebieden van ons vak.
Mede door hem kreeg onze vereeniging tusschen hare zusters de
plaats die haar toekomt. Spreker brengt hem de hulde en den
dank der vereeniging, die de vergadering door een langdurig
applaus onderstreept.
i»3