punt der wet, erkent spreker tegenover den heer Heines, dat de
rechten der hypotheekhouders door medezeggenschap in de grootte
van het waardeverschil beter zouden zijn gewaarborgd. In de
toelichting staat ten aanzien van den deskundige, dat deze de
plaatselijke commissie in al haar werkzaamheden bijstaat. De
eigenaren, voor wie een latere wijziging nadeelig is, hadden toch
eerst meer dan hun billijkheidshalve toekwam.
In de vergadering, bedoeld in de vraag van den Voorzitter,
zijn reeds uitgewerkte plannen aanwezig. Welk plan zal worden
aangenomen kan moeilijk door stemming worden beslist.
De heer Kreeftenberg zegt nog eens, dat het onderzoek naar
de rechten geen verborgen rechten mag afsnijden. Voor de mu
taties tusschen het sluiten der lijst en de overschrijving van de
ruilverkavelingsacte zal een regeling moeten worden getroffen.
De Voorzitter helt ten aanzien van het onderzoek over naar
de meening van den heer Kreeftenberg maar verwacht voor
deel van een zuiver ambtelijk vooronderzoek naar de juistheid
der kadastrale tenaamstelling.
De heer van Leusen, mede sprekende namens de Nederland-
sche Heidemaatschappij, zegt dank voor de ontvangen uitnoo-
diging en wekt op tot samenwerking ter bevordering der ruilver
kaveling.
Na de pauze worden drie door inleider debaters en bestuur in
onderling overleg opgestelde conclusies aan de orde gesteld, waar
over nog eenig debat plaats heeft. Dit geeft den heer Polêe
aanleiding tot de opmerking of het niet beter zou zijn het wets
ontwerp zooals het daar ligt te accepteeren en niet door onze
critiek de oppositie te versterken. Verschillende leden deelen de
meening van den heer Polêe niet, maar achten opbouwende
critiek steeds op haar plaats.
Tenslotte wordt de eerste conclusie luidende: «Aan de lijst
van rechthebbenden bedoeld in art. 41 behoort geen positieve
beteekenis te worden toegekend» aangenomen met 42 stemmen
vóór, 4 tegen en 2 blanco.
Conclussie 2: «De totstandkoming van een ruilverkaveling dient
IQI