194 RUILVERKAVELING. In de tuinzaal van de Buitensocieteit te Zwolle werd den 13 September j.l. de derde algemeene vergadering gehouden van de hoofdafdeeling «Ruilverkaveling» der Nederlandsche Heide maatschappij. De vergadering was goed bezocht; de belangstelling ook in onze landbouwkringen bleek vrij groot te zijn. In zijn openingswoord sprak de voorzitter, Mr. J. F. baron van Haersolte, de hoop uit, dat het ingediende wetsontwerp op de ruilverkaveling spoedig in de Tweede Kamer zou kunnen worden behandeld. Tot lid van het bestuur der hoofdafdeeling werd in de vacant gekomen plaats van den heer Iwema met algemeene stemmen gekozen de landmeter van het Kadaster, J. F. A. van Riessen, te Arnhem, terwijl de volgens rooster aftredende bestuursleden J. B. Wester dijk en J. Weit kamp werden herkozen. Verschillende afdeelingen o. a. Staphorst, Rouveen, en Nieuw- Leusen getuigden van het reikhalzend verlangen waarmede de invoering van de wet op de ruilverkaveling wordt tegemoet gezienkrachtige propaganda van boven af werd echter noodig geoordeeld om spoedig tot toepassing op ruime schaal te kunnen geraken. T. Polêe. VIJFTIGJARIGE DIENSTVERVULLING. Den 16 November e.k. zal het een halve eeuw zijn geleden dat de heeren P. J. Ho gen hu is en I. Boer Hzn. hun loopbaan aanvingen bij het Kadaster; beide werden den 16 November 1873 benoemd tot adspirant-landmeter. De heer Hogenhuis werd den 1 Juni 1875 benoemd tot land meter en den 1 November 1901 tot ingenieur-verificateur; sedert 1 Februari 1909 staat hij aan het hoofd der divisie Utrecht. De heer Boer werd den 1 September 1876 tot landmeter en den 1 December 1903 tot ingenieur-verificateur benoemd ter standplaatse Arnhem, waar hij ook thans nog werkzaam is. Als redacteur van ons tijdschrift, dat hij in de eerste periode

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 194