Bij de opening van den Landmeterscursus in September 1919 kon uit de tegenwoordigheid van zoo vele ambtenaren van het Kadaster worden afgeleid, met hoe groote belangstelling de opening van dien cursus was verbeid. Jarenlang had men geijverd om een systematische en doelbewuste opleiding tot landmeter te verkrijgen omdat van een werkelijke opleiding tot dat tijdstip geen sprake was geweest. En nu zijn we gekomen aan het oogenblik, dat gij, de eersten, die het nieuwe diploma van Landmeter mocht verwerven, bij den kadastralen dienst Uw intrede zult doen. Ik houd er mij van overtuigd, dat gedurende eenigen tijd veler oogen op U zullen zijn gericht, want, waar de mensch steeds geneigd is tot vergelijken, zoo kan het niet anders of men zal den jongen landmeter van heden vergelijken met dien van vroeger, een vergelijking, die met tact en welwillendheid dient te geschie den, omdat de wijze van vorming, van nu en vroeger, zooveel van elkander verschillen. Kwam bij de oude opleiding de praktische zijde naar voren, bij een studie als te Wageningen, zal, 't kan niet anders, de wetenschappelijke vorming meer naar voren treden. Zoo rijst bij mij de vraag of Uw studie alhier tot voldoening zal strekken voor U-zelf en voor anderen. Het onderwijs alhier is er op gericht geweest om U bij te brengen een inzicht in die wetenschappen, die, hetzij alleen van theoretischen of tevens van praktischen aard, een landmeter zeer na staan, of voor hem noodig zijn. En daarbij neem ik het begrip landmeter in den ruimsten zin. Ik hoop, dat het werken voor het examen de liefde voor die wetenschappen niet heeft gedood, en dat gij, tot kalmer dagen gekomen, lust zult gevoelen tot wetenschappelijken arbeid, een onuitputtelijke bron van genoegen, die tot voldoening voor U-zelven veel zal bijdragen. De voldoening voor anderen moet gelegen zijn in de vruchten van Uw wetenschappelijk werken, maar ook in de wijze, waarop gij Uw dienst bij het kadaster vervult. Als elk jong ambtenaar kunt gij in den beginne voor werk geplaatst worden, dat gij, laat ik het maar zeggen, geneigd zijt in verband met Uw studie als minderwaardig te beschouwen. En nu mag ik U in dezen zeker wel een goe !en raad mede- 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 27