Fig. I stelt voor 2 oude kasten met onderstuk. We weten
allen hoe bezwaarlijk het is een zeer hoog gelegen of zeer laag
gelegen portefeuille uit de kast te halen en dat vaak voor een
enkel plan. De portefeuilles blijven dan meestal een poos staan,
waardoor de plans kans hebben door te zakken, daar de ruggen
noodwendig wat ruim zijn. Een zoo beschadigd, doorgezakt plan
is tevens op de foto afgebeeld.
Fig. II, (systeem «Sillevis») stelt voor een schuin geplaatste
kast met een breedte van 20 c.M. Neemt men voor die breedte
35 c.M., zoo kan de kast eenzelfde aantal plans bevatten als
de beide kasten afgebeeld op Fig. I. De bodem van de kast is
overlangs geribd en voorkomt daardoor het uitglijden der plans.
De plans der verschillende gemeenten of zoo noodig der ver
schillende sectiën zijn gescheiden door zware stukken bordpapier,
die iets hooger zijn dan de plans, zoodat die voorzien kunnen
worden van een etiquet. Vooraan staat een plaat asbestcement,
die alles goed vlak houdt. Deze laatste plaat kan volgens den
ontwerper zelfs nog wel gemist worden.
Bovendien kan het onderstuk van de kast nog als boeken- of
papierkastje gebruikt worden. Deze kast nu reeds 10 jaar in
gebruik, vorderde nog geen reparatie, terwijl aan de oude kasten
en aan de portefeuilles haast ieder jaar wat te repareeren valt.
Ook uit het oogpunt van bezuiniging is deze kast bij aanschaffing
verre te verkiezen, daar hierdoor het aantal kasten tot op de
helft wordt teruggebracht en er in plaats van portefeuilles slechts
stukken bordpapier en eenige asbestcementplaten noodig zijn.
Ook vorderen deze kasten waarschijnlijk geenerlei reparatie, zelfs
bij langdurig gebruik, tenminste als ze beter gemaakt worden
dan de tot nu toe afgeleverde kasten voor het kantoor W inschoten,
die gemaakt zijn aan de strafgevangenis te Groningen van niet
uitgewerkt beukenhout.
Een kleiner model van deze kast zou eventueel kunnen dienen
tot opberging van de hulpkaarten model n°. 65.
Ten slotte kan ik niet nalaten den Heer Sillevis mijn hulde
te betuigen voor zijn zeer practische uitvinding en hem tevens
dank te zeggen voor de bereidwilligheid, die hij in deze zaak
heeft betoond.
H. Vermeulen.
3i