36
Ofschoon de «Memorie van Toelichting» er met geen enkel
woord van rept, is in het ontwerp der regeering dit standpunt
niet gehuldigd en terecht. Zooals de rechten van het individu
zich regelen naar de eischen der gemeenschap, zoo heeft ook de
individueele eigendom zijn rechtsgrond in het algemeen belang
en naar de eischen van het laatste heeft de eerste zich derhalve
te voegen. Ruilverkaveling heeft nu wel is waar plaats ten
behoeve van de eigenaren der in een bepaald complex gelegen
gronden, doch in meer of mindere mate is daarbij ook steeds het
algemeen belang betrokken.
Er is nog een ander «lichtpuntje» in het ontwerp der regee
ring, waaruit eveneens een moedig pogen blijkt om zich te ont
worstelen aan het keurslijf eener verouderende jurisprudentie. In
art. 72 wordt in de 4e alinea met de bepaling «De acte geldt
Er zijn in den laatsten tijd wel meer aanduidingen, die getuigen van minderen
schroom, om, waar de behoeften van de moderne samenleving het eischen, te raken
aan den individueelen eigendom en hoe de verhoudingen eertijds waren, moge blijken
uit het volgende.
Het gemeenschappelijk ploegland artlandonzer vaderen lag aaneengesloten op den
esch, die van het overige veld was afgescheiden door een veelal met houtgewas be
groeiden wal. Van de bestemming van dit ploegland de teelt van ate (spijs)
en van die afscheiding komt de naam aat-scheide e-schedeesch). Het ploegland was
in drieën gedeeld, bij afwisseling werd het eene deel bestemd voor winterkoren, het
tweede voor zomervruchten, terwijl het derde rustte. Dit braakliggende deel werd
voor het volgende jaar met wintergraan bezaaid en in het derde jaar met zomerzaad;
in het vierde jaar lag het weer braak en diende tot weide.
Alle werkzaamheden werden gemeenschappelijk geregeld; om St. Jan (24 Juni)
werd het .braakland omgewerkt, tegen het einde van Juli werd het geroerdd. i.
voor de tweede maal geploegd en om St. Mie hi el nog eens, om dan met winter
koren te worden bezaaid. Was dit koren het volgende jaar ingeoogst, dan werd het
land tegen St. Meerten (11 November) «gevolgd» de stoppels werden onder-
geploegd en dan in het derde jaar tegen Annuncio Virgin is (25 Maart) ge
ploegd rauwvalgenwaarna de bezaaiing met zomerzaad volgde.
Niemand mocht zomerzaad zaaien op het winterveld, noch omgekeerd. Met
St. Meerten moest men met zijn winterveld klaar zijn; op St. Jan met het zomer-
veld. Waren de vruchten opgeschoten, dan werd alles, zelfs de wegen, afgesloten
geheegdNa den roofals het veld bloot was en alle hekken en wringen
openstonden, hadden de varkens en de ganzen ter weide de voorhoede, daarna
kwamen de runder- en schapenkudden.
De toedeeling van ieders aandeel in het ploegland geschiedde bij loting; dit hield
op, toen de omstandigheden zich dermate hadden gewijzigd, dat het algemeen belang
meer gebaat werd, wanneer ieder hetzelfde grondstuk voortdurend ter bebouwing
behield.