mate vereenvoudigd door gebruik te maken van tabellen, die
overal in den handel verkrijgbaar zijn.
Zooals ik hiervoor reeds meedeelde bepalen de kunstwerken
in waterleidingen of wegen zich gewoonlijk tot vrij eenvoudige
gevallen. Voor grootere kunstwerken roept men de medewerking
in van deskundige ingenieurs. Het is ondoenlijk, zelfs voor een
ingenieur om van al deze zaken «up to date» te zijn. Groote
bemalingsinstallaties laat men uitwerken door specialiteiten, zooals
Smulders Werkspoor, Stork e. a. Het ontwerpen van een
spoorbrug laat men doen door de betreffende Spoorweg Mij.
Men is dan zeker, dat het klopt met de inzichten van de auto
riteiten, die over den" aanleg moeten adviseeren. In dit laatste
geval is het wel goed te trachten na te gaan, of de betrokken
spoorweg Mij, of tramweg Mij. bij het aanleggen van den weg,
reeds dergelijke bruggen heeft moeten bouwen en of in ons
geval door haar nu niet zwaardere eischen worden gesteld, dan
zij zichzelf indertijd stelde
Van zeer veel belang is verder, dat de cultuur-ingenieur bij
den aanleg van eenvoudige kunstwerken, zich zooveel mogelijk
weet te redden met materiaal uit de buurt. Hij moet zoowat
alles kunnen gebruiken. Gerooide stobben kunnen dienst doen
om gaten te dempen of taluds te versterken; van de takken der
gerooide boomen en hakhout worden takkebossen gemaakt en
voor taludverdediging gebruikt of voor vlijlagen en tuinwerk.
Boomstammen kunnen als liggers dienst doen. Uitgekomen
steenen, puin en heikeien als stortebedden bij overvallen en
stuwen. Versleten kruiplanken zijn uitnemend geschikt om onder
grootere cementen duikers te worden gelegd. Alles is zoowat
van zijn gading.
Hij moet de eigenschappen hebben van een goeden opzichter,
daar deze practische zaken een grooten invloed kunnen uitoefenen
op de totaalkosten van het werk.
Bij de kleinere waterleidingen en slooten kunnen de theoretische
formules niet meer toegepast worden; men moet dan rekening
houden met de omstandigheid, dat een boomtak of een kluit
grond het afvoerend vermogen van de sloot belangrijk verlaagt.
De afmetingen moeten dus veel ruimer genomen worden, dan de
theorie aangeeft. Bij het graven der slooten natuurlijk rekening
houden met de grondsoort, klei, zand, leem, veen, loopzand enz.
46