59
kan dus worden overgenomen ten aanzien van 't heele gedeelte
van ons land, dat we, in tegenstelling met «La partie rurale»,
zouden kunnen noemen «La partie Urbaine».
Ten aanzien van de photographische kaart van «La partie rurale»
geeft wat in 't rapport voorkomt, over het zichtbaar maken van
breek- en snijpunten van scheidingen (pag. 62), wat in een
«Remarque» aan het slot (pag. 116) wordt meegedeeld over het door
aanvullende opmeting in kaart brengen van onzichtbare schei
dingen (sous bois etc.), in verband met raadpleging van terrein-
photographieën van ons land, mij gereede aanleiding om te ge-
looven, dat op een luchtphotographie van den bodem, de natuurlijke
(waaronder ik wil verstaan de op het terrein aanwezige) perceel
scheidingen alleen dan met voldoende nauwkeurigheid en scherpte
worden weergegeven, wanneer zij bestaan uit open, d. w. z. niet
door boomen, struik- of rietgewas aan 't oog onttrokken en be
hoorlijk met water gevulde slooten en dat alle andere terrein-
kenmerken, als heggen, wallen, houtwallen, schuttingen, muren,
drooge slooten, greppels, kielspitten en dergelijke grensteekens
op een luchtphoto of in 't geheel niet worden weergegeven of
worden afgebeeld in zoo onzekere, vaak verdoezelde aanduiding,
dat een eenigzins geloofwaardige kadastrale voorstelling van de
scheiding die zij aanduiden, daaraan niet kan worden ontleend.
Als ik nu aanneem, dat natte slooten alleen in het alluvium
als overheerschende perceelscheiding voorkomen en dat van die
slooten zeer zeker de helft door plantengroei, van uit de lucht
niet of niet duidelijk zichtbaar zal zijn, dan geloof ik, dat ten
hoogste 'At van het landelijk deel van ons land door luchtphoto
graphie in kaart zal zijn te brengen, dus dat deze methode niet
kan toegepast worden voor 3U van dat landelijk deel en voor de
geheel bebouwde gedeelten als steden, dorpen en andere groote
of kleine woningcomplexen.
Deze omstandigheid krijgt hier buitengewone beteekenis, omdat
juist voor de door woningbouw in de laatste tientallen jaren sterk
veranderde en sterk geparcelleerde terreinen, vernieuwing van
de kadastrale kaart in de eerste plaats aan de orde zou zijn.
Het antwoord dat de heer R. op de tweede vraag geeft, in
zijn uitspraak dat «quelques vols d'avion» en nog een beetje
zomersch bijwerk, kunnen helpen aan een geheel nieuw Kadaster,
acht ik, op grond van het Rapport, wel wat heel gunstig. Ware