6
bevat dus alle punten in het X Y vlak
de A,'/-as getrokken. Zij
die een correctie Axx on
dergaan.
Door de afstand O Q,
in zooveel deelen te ver-
deelen als A-D eenheden
bevat, en door de deel-
punten lijnen te trekken
evenwijdig aan de lijn (9)
verkrijgt men telkens
puntverzamelingen, die in
het Ax Ay vlak als aequi-
distante rechten, evenwij
dig aan de A?/-as worden
afgebeeld.
Wij kunnen dus, als
deze lijnen getrokken zijn,
vinden, op welke van deze
lijnen een punt, waar
van wij de correcties
willen kennen, gelegen is;
wij kennen dan direct de
correspondeerende lijnen
van het Ax Ay vlak,
en daardoor tegelijk de
grootte der aan te bren
gen correcties.
De methode van der
het Tijdschrift van K en
blijkt geheel overeen te
transformatie.
Was het driehoeksnet aan twee punten aangesloten dan wordt b.v.:
A*1 o At/i O A^2 O At/2 0 en dus de determinant uit
formule (6)
T as, waarover
L, Jaargang
komen met de
door den ontwerper in
1914, wordt geschreven,
bovenbedoelde affine
l\X X I] 1
O X\ 1]i I
O
o y2 1
A*3 y3 1