79 Er zijn hemellichamen, die met eene snelheid van honderdtallen kilometers naar ons toekomen of zich van ons verwijderen, doch Prof. de Sitter, directeur der Leidsche Sterrewacht, heeft aangetoond, dat het licht in beide gevallen ons met precies dezelfde snelheid bereikt. Aan de snelheid van het licht is dus niets toe te voegen of te onttrekken en evenals bij het absolute nulpunt2730 C. staan wij ook hier voor een onverbiddelijk «halt»! Dit zegt ook de nieuwe formule voor de samenstelling van snelheden. Volgens de oude mechanica is de resultante V Vj -f- v2; volgens de nieuwe mechanica luidt zij echter: V - - waarin C de snelheid van het licht beteekent. v, v2 1 C2 Drukken wij V, vt en v2 uit in de snelheid van het licht als eenheid en schrijven wij R, p en q, dan verandert bovenstaande formule in R 1 pq Deze formule leert: a. dat geen grootere snelheid dan die van het licht mogelijk is. b. dat als eene der samenstellende snelheden de snelheid van het licht bereikt, ook de resultante die waarde krijgt; c. dat voor de kleine snelheden der menschelijke samenleving de resultante ongeveer gelijk is aan de som der samenstel lende snelheden, zooals ook de klassieke mechanica dat eischt. Ofschoon onze astronomen en physici in de laatste decenniën wel hebben geleerd met behulp van betere instrumenten en ver beterde waarnemingsmethoden zeer kleine grootheden te meten, is het tengevolge van de groote snelheid van het licht en de ge ringe intensiteit van het gravitatieveld onzer nietige aarde totnogtoe niet mogelijk de afwijking van het licht van de rechtlijnige baan in dit zwaarteveld aan te toonen. Een lichtstraal zou op aarde in de eerste secunde ongeveer 5 Meter moeten «vallen», doch in één secunde heeft deze lichtstraal reeds een afstand afgelegd van 300.000 K.M.; de middellijn der aarde is echter slechts ongeveer 13000 K.M. lang, zoodat de afstand van pool tot pool door het licht reeds in ongeveer V23 secunde zou worden doorloopen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 79