Gesteld nu dat het mogelijk zou zijn een horizontaal uitgezonden lichtstraal over een afstand van slechts 300 K.M. te volgen, dan zou het licht dezen afstand in 1000 sec. afleggen en in dien tijd slechts 0.005 m.M. of 5 u, van de oorspronkelijke richting zijn afgeweken, welk gering bedrag over een afstand van 300 K.M. binnen de grenzen der waarnemingsfouten blijft en dus niet kan worden geconstateerd. Ten opzichte van de Zon staat de zaak echter gunstiger; de «zwaartekracht» is daar 27 maal grooter dan op onze aarde en in de eerste secunde legt een vallend lichaam er een weg af van ongeveer 132 Meter, terwijl de middellijn van de Zon ongeveer 1.500.000 K.M. bedraagt, zoodat het licht ongeveer 5 secunden noodig heeft, om zijn weg in het intensieve gravilatieveld langs dit hemellichaam te vervolgen. Wanneer nu een lichtstraal van eene op grooten afstand van de Zon gelegen ster langs den rand der Zon strijkt, dan zal deze straal in het gravitatieveld der Zon eene ongeveer hyperbolische baan moeten volgen en de hoek gevormd door de asymptoten dezer hyperbool komt dan overeen met het verschil in richting, waarin wij de ster zullen zien, naarmate het licht al of niet het gravitatieveld der Zon doorloopt. Volgens de relativiteitstheorie heeft de hoek dezer asymp toten eene waarde: 4k d a IT waarin R 6,9 X iq10 de afstand beteekent van den top der kromme tot aan het centrum van gravitatie, terwijl k voor de Zon eene waarde heeft van 1,4 X lo5i tot boogmaat herleid volgt hieruit a. l',75. Wordt ter vergelijking met de Newtonsche theorie veron dersteld, dat in de plaats van het licht een hemellichaam uit oneindige verte, met eene aanvangssnelheid gelijk aan die van het licht, zich naar de Zon beweegt, dan zou de hoek der asymp toten zijner baan slechts half zoo groot zijn als de relativiteits theorie er voor geeft en de afwijking van het lizht dus slechts o",87 bedragen. 8o l) G. Fontené, I.u R cl .11 i v i tó restreinte, avec un appendice sur la relativité genera li see, p. 144.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 80