Tijdens eene totale zonsverduistering worden daarom photo-
grafische opnemingen gedaan van het deel van den sterrenhemel,
waar de zon zich bevindt en met dezelfde instrumenten worden
een paar maanden vroeger en later opnemingen gedaan van
hetzelfde deel van den hemel.
Uit het micrometrisch onderzoek der platen kan dan blijken
óf en zoo ja, hoeveel verschil er bestaat in de afstanden der
sterren, die ten tijde van de eclips aan weerszijden van de Zon
zichtbaar waren. Op de platen, welke werden geexposeerd tijdens
de zonsverduistering, zullen deze afstanden grooter zijn dan op
die, welke werden genomen, toen de Zon zich niet in de richting
dezer sterren bevond.
Ofschoon de uitmetingen op de platen der expeditie van het
Lick-Observatorium thans nog slechts voor 5,/6 gedeelte zijn
volbracht, kan toch reeds worden medegedeeld, dat de in het
gravitatieveld der Zon veroorzaakte déviatie der lichtstralen vrij
zeker gelegen is tusschen i",59 en i",86 met een gemiddelde
van l",74.
Zooals wij boven hebben gezien, zou de afwijking volgens de
relativiteits-theorie l",75 moeten bedragen en de resultaten der
Amerikaansche expeditie bevestigen dus op schitterende wijze
de juistheid van Einsteins schoone theorie.
De literatuur over dit onderwerp is zeer uitgebreid; verwezen
zij hier daarom slechts naar enkele werken van den laatsten tijd.
a. Dr. A. H. Borgesius. De Relativiteitsleer 1923. Prijs f 2.50
b. Charles Nordmann. Einstein en het Heelal.
(Bewerking van Dr. S. L. van Oss) 1923 3.75
c. G. Fontené. La relativité restreinte, avec un
appendice sur la relativité géneralisée 1922 - 1.50'
d. Dr. R. Weitzenböck. Perihelbewegung und
Lichtstrahlenkrümmung in der allgemeinen Rela
tiviteitstheorie, (Afleiding der formules, nog slechts
ten deele verschenen), in «Christiaan Huygens»,
Internationaal Mathematisch Tijdschrift, 1923, afl.
111. etc. Noord hof f, Groningen, per Jaarg. - 6.00
T. POLÊE.
81
x) L' Astronomie, Mai 1923, p. 230.