88
thans objectieven waarbij, voor groote afstanden, «die Verzeich-
nungsfehler fast völlig aufgehoben sind» (Hugershoff und Cranz,
Photogrammetrie aus Luftfahrzeugen S. 21), Evenzoo het Rap
port du Ministère des regions libérées p. 109: Actuellement
les objectifs utilises peuvent être considérés comme pratiquement
parfaits, les déformations qu'ils introduisent, sont certainement
d'un ordre de grandeur inférieur au V20 de millimetre a 15 centi
metres du centre de plaque».
De voornaamste oorzaken van afwijkingen bleken in Serris ge
legen te zijn in de aanwending van een spleetsluiter voor de plaat
en in de werking van het papier.
Het vliegtuig beweegt zich met eene snelheid van 25 meter
of meer in de seconde; ten behoeve van kaarten op groote schaal
lieten de gewone sluiters voor eene tegelijk korte en gelijkmatige
belichting te wenschen over.
Een centraal (diafragma) sluiter van A. Guillemet (Rapport
p. m) schijnt aan de eischen te voldoen. Ook in Amerika schijnt
men eene oplossing van het bezwaar te hebben gevonden in de
Fairchild automatic camera.
De ontwikkeling en fixeering der foto heeft geen veranderingen
in de verhoudingen der afstanden en hoeken tengevolge, als de
foto is genomen op glas. Evenmin is dit het geval bij het ver
vaardigen van een diapositief op glas, verkregen met doorvallend
licht, foto en gevoelige laag tegen elkaar. Doch voor de foto
grafische vastlegging van de projectie gebruikte men voor Serris
lichtgevoelig papier en de rekking daarvan, tengevolge van het
natmaken tijdens de ontwikkeling, het fixeeren en drogen daarna
bleek gemiddeld 0,3 millimeter per decimeter te bedragen. Men
beproefde verschillende middelen om aan dezen nadeeligen invloed
te ontkomen. In het Rapport blz. 65 wordt aanbevolen een kader,
dat het gevoelig papier uitrekt, zoodat het verder tijdens de be
handeling onveranderlijk blijft.
De uitkomsten der proefneming te Serris bleken, vermoedelijk
na de genoemde oorzaken van onnauwkeurigheid zooveel moge
lijk te hebben geëlimineerd, zeer voldoende. Voor geen enkel
punt was de afwijking tusschen vier van elkander onafhankelijke
opnemingen meer dan 0,2 millimeter; de verschillen tusschen die
uitkomsten, herleid naar de schaal der kadastrale kaart, bedroegen
hoogstens 20 centimeters.