een oppervlakte van ongeveer 2,5 kwadr. kilometer ongèveer
180 driehoeks- en veelhoekpunten bepaald. Deze werden op het
terrein zichtbaar gemaakt en een aantal grenssteenen met kalk
melk bestreken. Hiervan werden fotos genomen met verticalen
en schuinen asstand op 1500, 500 en 250 M. hoogte.
Van elke foto verstrekte genoemd Amt de ruimte-coördinaten
van minstens 3 punten, waaruit het «Konsortium» de coördinaten
van andere punten liet berekenen uit hoeken door haar met den
«Bildmesstheodolit» gemeten. De aldus gevonden coördinaten
werden door het Amt vergeleken met die volgens hare bescheiden.
Tijdens mijn bezoek aan het Landesvermessungsamt in Mei ig22
werd mij bereidwillig inzage verleend van de uitkomsten, waaruit bleek
dat van 12 1 destijds berekende punten de verschillen in de horizontale
coördinaten gemiddeld bedroegen 0,33 en o,3g M. (en in de hoogte
0,50 M.) wat met die van hoogstens 0,20 M. bij Serris een groot ver
schil maakt. Dergelijke opnemingen mogen ruimschoots voldoende
zijn voor bergland, waarvoor kaarten op kleine schaal met hoogte
lijnen of modellen in relief worden verlangd, voor waardevollen
cultuurgrond en als grondslag voor een bewijskrachtig kadaster
is de nauwkeurigheid, langs dien weg bereikt, vooralsnog on
toereikend. Een dergelijke kadaster toch zou spoedig zijne be-
teekenis verliezen indien, na verdwijning van afscheidingen of
grensteekens, waarop het proces-verbaal van grensbepaling is
gebaseerd, de grenzen van eigendom niet meer met voldoende
nauwkeurigheid op het terrein uitgezet konden worden.
Het groote verschil tusschen een kadastrale kaart, verkregen
langs den ouden weg door meting op het terrein van hoeken en
afstanden, en die vervaardigd langs fotogrammetrischen weg ligt
hierin, dat de nauwkeurigheid der grafische voorstelling van het
terrein bij de laatste van veel meer gewicht is, dan bij de eerste.
Berust het kadaster op cijfers door meting verkregen, dan is
de nauwkeurigheid der kaarteering een belang van den tweeden
rang, o. a. als controlemiddel op vergissingen en andere fouten.
Bij fotogrammetrie komen dergelijke fouten niet voor, doch aan
gezien meetcijfers ontbreken is daarbij de nauwkeurigheid der
grafische voorstelling van veel grooter en zelfs van overwegend
belang, o.a. voor uitzetting van verdwenen of betwiste grenzen.
Een op meetgetallen gebaseerd kadaster zal, bij die uitzetting,
go