om opgelost te worden en men gaat het veiligst met de onder stelling dat zij niet onoverkomelijk zijn. Voor zoover zij zijn vari geodetischen aard, kan de geodeet ze zelf oplossen, mits hij de overtuiging heeft het te kunnenmist hij die, dan kan hij het niet. Om het voorbeeld te geven zal ik hier al vast beginnen met een poging om enkele bezwaren, die bij velen zullen rijzen, uit den weg te ruimen. Hoe verwerkt men de projecties van verschillende foto's die samen geheel of gedeeltelijk één zinkplaat zullen vullen, tot een aaneensluitend geheel, geschikt voor het maken van afdrukken en uittreksels? Men kan daartoe verschillende methoden en werkwijzen volgen. Men kan de horizontale projectie eener foto direct op de zink plaat in een lichtgevoelige laag overbrenggen, ontwikkelen en fixeeren, zonder dat her zink wordt aangetast. De grenzen van perceelen en plattegronden van huizen kunnen dan met de gra veerstift in het zink worden gesneden, waarop, ter aansluiting, de ruitlijnen, de drie- en veelhoekspunten reeds vooraf zijn ge graveerd. Men kan kan ook beginnen met de fotografische projectie vast te leggen op een glazen plaat. Vooraf wordt die plaat bedekt met een doorschijnend laagje van een stof, waarop met potlood en inkt kan gewerkt worden. Nadat alle perceelscheidingen en plattegronden van gebouwen in inkt zijn gezet, wordt het licht beeld verwijderd door eene chemische oplossing. De glazen plaat wordt gedrukt tegen de zinkplaat die, voor de te bewerken plek, door eene oplossing van asfalt in terpentijn lichtgevoelig is ge maakt. De op beide platen voorkomende kwadraatlijnen (even wijdig aan de coördinatenassen) moeten nauwkeurig samenvallen. Na inwerking van het licht worden de niet verharde deelen der asfaltlaag met terpentijn verwijderd, zoodat de kaart op het zink zichtbaar wordt. Het behoeft wel nauwelijks te worden gezegd dat de teeke- ning op de zinkplaat een spiegelbeeld moet zijn, om geschikt te wezen voor het maken van afdrukken. Daartoe wordt, zoo noodig, het negatief of de projectie omgekeerd door een diapositief of een prisma. Men zal de bewerking in den regel beginnen met dat gedeelte der zinkplaat, waarop de meeste vaste punten voorkomen, waar- 92

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 92