102
De heer L. J. Roborgh merkte op, dat splitsing in technischen en
administratieven dienst geen vondst is; omstreeks 1840 heeft die bestaan,
slechts gedurende twee jaren, omdat zij onhoudbaar bleek. Hij steunt
daarna in warme bewoordingen het betoog van den inleider en waar
schuwt tegen de splitsing, die hij, wat het Kadaster aangaat, gelijk stelt
met vandalisme.
Mr. K. J. Bes vereenigt zich ook met het betoog van den inleider.
Hij stelt nader in het licht de beteekenis van het Kadaster voor het
publiek en hoe het publiek ten aanzien van de begrenzing der perceelen
zich op deze instelling beroept en wijst in verband daarmede op het ge
wicht van het werk van den controleerenden hoofdambtenaar, den inge
nieur-verificateur.
De heer C. Wiersma A.Gzn. gaat de taak van den bewaarder na
bij een zelfstandigen dienst van H. en K., hoe de opleiding voor deze
functie zou moeten zijn en acht het moeilijk het corps op peil te houden,
wegens de hooge eischen, die gesteld zouden moeten worden.
De inleider vond in zijn antwoord gelegenheid nader uiteen te zetten,
hoe hij zich de reorganisatie dacht; een aanmerkelijke inkrimping van
het aantal kantoren zou daarbij kunnen plaats hebben; de hypotheek
bewaarders zouden gerecruteerd kunnen worden uit candidaat-notarissen,
die daartoe bij den technischen en bij den grondbelastingdienst gedeta
cheerd zouden moeten worden.
De voorzitter bracht den spr. dank voor zijne belangrijke lezing, wees
in zijn slotwoord op gelijkgericht streven vroeger reeds van zijne vereeni-
ging en de kadastrale en deed de toezegging ook nu de kadasterambte
naren te steunen in hunne pogingen tot verbeteren en tot afwenden van
gevaren van hun dienstvak. H.
EEN NIEUWE THEODOLIET VOOR DEN
KADASTRALEN DIENST.
1Inleiding.
Nadat door een Commissie de algemeene eischen waren vast
gesteld, waaraan 2 typen van nieuwe theodolieten voor den
kadastralen dienst zouden moeten voldoen, zijn door onderge-
teekende met eenige daarvoor aangegeven fabrikanten onder
handelingen gevoerd omtrent de constructieve details, die uit die
algemeene eischen voortvloeiden, met het doel om tot een con-
creet aanbod te komen. Toen dan ook in de 4e Divisie behoefte
bestond aan een nieuwen theodoliet en de machtiging tot aan-