Tegelijk waarborgt dit een spanningsvrije stand op de stel- schroeven, zoodat nawerkingen onder de metingen niet voorkomen. veer drukt dezen sector steeds naar binnen, terwijl men door aandraaien van de schroef f deze veer buiten werking stelt en den sector in het vlak van den cilindermantel kan brengen. Als men dus Nagel of theodoliet heeft opgesteld, dan draait men schroef f zoo ver terug, tot men voelt, dat de druk van de veer niet meer op de schroef werkt, dan zal n.l. de veer het bolseg- ment steeds aandrukken en is zijdelingsche beweging van de ie as onmogelijk. Nadat men, liefst met een doosniveau, den statiefkop horizon taal heeft gezet en de Nagel heeft opgesteld, draait men de vleugelmoer g iets los en brengt het hulpstuk in de juiste ver ticaal. Daarna stelt men den theodoliet op, op de omschreven wijze. Dan draait men den kartelring h rechtsom, waarop 3 vleugels n uit den cilindermantel uitkomen. Deze vleugels grijpen over de bolschijf heen en maken het onmogelijk, dat het instru ment van het statief valt. De practijk leert, dat deze bewerking sneller gaat dan het centreeren met een schietlood, als het niet geheel bladstil is, ter wijl het zeer eenvoudig in de behandeling is. Bij een zelfde instrument, dat bij mij reeds eenigen tijd in gebruik was, wordt door niemand van het personeel noch stengelhaak, noch schietlood F'g- 3- In den zij wand van den cilin der, waarin de bolschijf van theodo- lietasenNa- gel past, is een sector van onge veer 40 gra den los ge monteerd tusschen een gelei ding. Een 109

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 111