Dat geeft dus alleen een vermindering in geringe mate voor den 2 c£>-term en de andere termen geven zelfs weer een ver grooting tengevolge van den kleineren noemer, d.w.z. men kan ze buiten beschouwing laten. Bij de beoordeeling der resultaten heeft men natuurlijk te be denken, dat die in uiterlijk gunstige omstandigheden zijn ver kregen. Toch kan men veilig zeggen, dat alles aan het instru ment moet meewerken, om zulke groote nauwkeurigheid te bereiken. Ook de mechanische uitvoering moet dan zeer goed zijn, wat hier dan ook zeker zoo was. Men kan veilig aannemen, dat de randverdeeling practisch zonder fouten is. Immers ik meen gerust te mogen zeggen, dat ook de verkregen waarde van t nog niet eens geheel ten laste van de randverdeeling komt. Want in de waarde van v zal bijv. ook de persoonlijke schat- tingsfout niet tot uiting komen. Deze behoeft daarvoor slechts constant te zijn, gedurende het korte tijdsverloop van een dubbele hoekmeting. Indien een waarnemer een vreemde opvatting heeft omtrent de waarde van een aflezing, dan zal deze bij den terug gang nog wel dezelfde zijn voor deze zelfde aflezing. Bij den serie-teruggang met een geheel andere aflezing is deze schat- tingsfout echter heel anders. Dit kwam zeer sterk uit, toen ik eerst 2 volledige onderzoekingsreeksen van 40 randstanden deed, waarbij een ongeoefende waarnemer microscoop II aflas. De waarden van x toonden niet de minste overeenkomst voor de beide reeksen, terwijl ik vond: m tv reeks I 2,5 12,3 0,4 II 2,0 7,3 4- 1,1 lil 1,8 4,7 0,2 Men ziet, dat de waarde van m ongeveer dezelfde bleef, doch dat t bij de 2e reeks al veel kleiner was dan bij de ie. Toen ik de aflezingen daarbij controleerde, bleek mij de slechte schat ting voor sommige waarden. In den loop van deze reeks is dat verbeterd, maar voor de zekerheid is, door mij alléén, toen nog een derde reeks gedaan, die de genoemde resultaten gaf. Hieruit blijkt wel het bezwaar, dat aan deze methode van randonderzoek verbonden is bij theodolieten, die afgelezen worden met aflees- of streepmicroscopen en noniën. Toch blijft het een fraaie en handige werkwijze voor een keuring en is als zoodanig ii4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 116