Indien het niveau ooit voor hoekmeting mocht worden ge bruikt, dan zal men de uiterste deelen hebben te vermijden, wat trouwens bij veel niveau's het geval is. Toch is het een fout, waarop de fabrikant opmerkzaam is gemaakt. 7. Afwerking. Het instrument is geheel zwart gehouden en maakt een fraaien soberen indruk. Zooals men uit fig. 1 ziet, is deels dof-zwarte lak, deels z.g. ijsbloemenlak gebruikt, die beide bij een bepaalde temperatuur op het volkomen vetvrije instrument zijn gebracht. De microscopen zijn vernikkeld, terwijl de stalen correctie- en bevestigingsschroeven geblauwd zijn. Klem- en fijnbewegings- schroeven zijn blank gevernist, en de niveau-monturen zijn wit gelakt. De afwerking is over het algemeen zeer fraai te noemen en geheel, zooals men dat van de Hildebrand-Werke gewoon is. Inzonderheid de constructieve elementen, als polijsting van de assen en de strepen van de randverdeeling vallen te roemen. Dat men aan de asconstructie hooge eischen moet stellen blijkt, als men bedenkt, dat het io' -ruiternieau de kleinste slingering aangeeft. Slechts één opmerking viel te maken, n.l. in het ver bindingsstuk tusschen stalen as en de armen der stelschroeven, dus ook in het loopvlak van den rand waren gietgalletjes aan wezig. Eenige nadeelige invloed is hiervan echter niet te duchten. Het bleek mij toch, dat de verplaatsing van den rand zeer ge lijkmatig kon geschieden zonder de minste nawerking. Met opzet is de laatste beweging bij het verzetten van den rand steeds in denzelfden zin genomen en bij de 3 reeksen onderzoekingen vindt men voor v practisch niets. Van meeslepen van den rand is dus geen sprake in tegenstelling met repetitie-theodolieten, waar ik bij soortgelijk onderzoek meerdere malen bedragen van 5"= en meer, voor vond. Delft, April 1924. Ir. W. Schermerhorn. 116

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 118