Het gold hier stadsterrein (van 12 tot 15 Gld. de M2.) Bij de detailmetingen die voorafgegaan waren was daar rekening mede gehouden, van den aanvang af moest ook bij de triangulatie gestreefd worden naar een nauwkeurigheid, niet alleen voldoende voor de vervaardiging van een kaart op schaal 1 a 1000, maar die ten volle waarborgde een goeden technischen grondslag voor de vastlegging der eigendomsgrenzen en de bijhouding daarvan. Daarnaast legden wij ons beperking en soberheid in de uitvoering op en wilden wij het werk in den kortst mogelijken tijd doen afloopen. Een bijzonder gunstige omstandigheid was, dat vele punten der R. Dwelke benut konden worden, dichtbij lagen. Allereerst werd bij de keuze van de plaats der in te snijden punten gelet op goede trigonometrische bepalingmeer nog dan op de omstandigheid" of de plaats van het punt zoo gunstig was als maar mogelijk voor de polygoon- en detailmeting. Zoo ont stond de figuur, voorkomende op blz. 120, met een vijftal zelfstandig te bepalen punten, welke door een enkel cirkeltje zijn aange geven- Orthensche Weg, Hinthamer Weg, A, Citadels Rondeel en die, zooals gezegd, met den Watertoren het terrein insluiten De R. D. punten zijn in de figuur door dubbele cirkeltjes aan gegeven. 's-Hertogenbosch 1 is de toren der St.-Janskerk (stang onder kruis, 1894), een punt van de ie orde 2™ rang of primair tusschen- punt. Op de galerij van dien toren bevinden zich twee pijlers en drie heliotroopbouten, doch van geen dezer was wegens de bebouwing een voorwaartsche richting te nemen naar een der te bepalen punten. Van 's-Hertogenbosch II, een punt van de 2e orde ien rang 1), was een voorwaartsche richting, waardoor de waarde der triangulatie verhoogd zou zijn, wellicht mogelijk ge weest, zij is niet genomen om het werk te beperken en bij Orthenschen Weg is begonnen met alleen achterwaarts in te snijden Maar elk der volgende punten had behalve de achter- iig Bereite alle Messungen so eingehend wie nur möglich vor. i) «Als secundaire punten van den ien rang worden in het algemeen aangemerkt de punten, waarvan de ligging berekend wordt uit metingen, welke volbracht worden zoowel in het punt zelf, als in omliggende gelijksoortige punten of punten van het hoofdnet». Verslag R. O v. G. en W. 1920.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 121