waartsche richtingen ook minstens één voorwaartschede Duitschers spreken in zóó'n geval van «seitwarts einschneiden». - Het punt 's-Hertogenlosch II is het fictieve centrum boven op den platten watertoren halverwege de vastleggingen III en IV (in de publicatie: Rechthoekige Coördinaten. Groep VI, West- Noordbrabant, staat op blz. 13 abusievelijk vermeld «stang Noord»); de coördinaten in stereografische projectie van het punt Bliksem afleider konden berekend worden uit de gegevens der cen treering 1904. Of torenpunten, waarop ingesteld werd, eenige verandering hadden ondergaan sinds de bepaling in de R. D., werd niet te voren onderzocht; er was geen aanleiding om overeenstemming tusschen toen en nu niet aan te nemen. Relatief groote afwij kingen, mits niet vallend in de richting naar de nieuwe punten, zouden uit de verrichte triangulatie achteraf eenigermate aan 't licht treden in den vorm van groote v's in form. 3 en 4. Om de volkomen identiteit althans op betrekkelijk eenvoudige manier vast te stellen zouden er destijds vastleggingsbouten geplaatst en centreeringsmetingen verricht moeten zijn. Hier was dit slechts bij s-Hertogenbosch I en II het geval, de overige punten zijn van de 2e orde 2™ rang bepaald meerendeels in 1905. Het zal den lezers bekend zijn, dat meermalen is gewezen op het ontbreken van vastleggingen dezer punten, niettemin lijkt ons dit Tijdschrift juist de plaats om de •wenschelykheid van verzekering en centreering nogmaals aan te stippen. Zonder deze neemt de groote beteekenis der secundaire R. D. voor aansluitingen van lagere orde geleidelijk af, door nu eens hier dan weer elders in den loop der jaren plaats hebbende veranderingen van de torenspitsen. Bij aanwezigheid van een vastlegging I onder in den toren kunnen de coördinaten eener nieuwe spits b.v. met weinig moeite verkregen worden. Het toezicht op die verande ringen is mede aan de landmeters opgedragen, zij verschaffen mede de gegevens voor den «curriculum vitae» van ieder punt; over stationsbeschrijvingen van de voorname punten beschikken I 2 I t) «Secundaire punten van den 2en rang zijn die, waarvan de ligging berekend wordt uit metingen, welke uitsluitend op omliggende punten worden volbracht». Verslag R. C>e v. G. en W. 1920.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 123