36 c.c. De waarden in kol. 7 van de tabel komen hiermede vrijwel overeen, zoodat kan gezegd worden, dat de nauwkeurig heid der R. D„ lineair uitgedrukt, ook in deze kadastrale triangulatie bereikt is. Men verlieze niet uit het oog, dat wij hier te doen hebben met een uitzonderingsgeval. In den regel zullen de afstanden tot de R. D. punten veel grooter zijn en om dan dezelfde nauwkeurig heid in lineaire maat te verkrijgen als hier bereikt werd, zal men zich bij voorkeur bedienen van een beter instrument. Is dit niet beschikbaar, dan zal de uitkomst toch nog verbeterd kunnen worden, tot een zekere grens, door opvoering van het aantal rondmetingen en randstanden. Neemt men b.v. 6 randstanden i. p. v. 4, dan wordt bij de boven omschreven manier van hoek- meten elke richting 12 keer ingesteld; de p blijft daarbij vrijwel dezelfde, de M wordt tot van ^are vroegere waarde verkleind; grootere winst kan met een beter instrument echter op goedkoopere wijze verkregen worden. De nauwkeurigheid kan ook nog bevorderd worden doordat bij het insnijden zorg gedragen wordt voor de aanwezigheid van minstens één voorwaartsche richting, welke op het bekende punt georiënteerd zij, bij voorkeur niet naar één maar naar meer bekende richtingen. Tevens dient overwogen te worden of men althans niet enkele nieuwe driehoekspunten als hoofdpunten dicht bij het op te nemen terrein onder aanwending van al die middelen zoo nauwkeurig mogelijk zal bepalen, om de overige als bijpunten te meten op een vluggere wijze. 's-Hertogenbosch, Apr. 1924. Heines. 132

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 134