134
Merkwaardig is in deze bibliotheek de aanwezigheid van werken
van en over Desargues (15931662) den genialen mathematicus,
wiens werken door zijn tijdgenooten zoo slecht zijn begrepen,
doch in de 19e eeuw de grondslag zijn geworden voor den opbouw
der projectieve meetkunde. Het werk, dat in Ancelin's bibliotheek
was te vinden, was speciaal voor de praktijk bestemd, en leerde
een behandeling van het bouwkundig teekenen, meer weten
schappelijk dan in dien tijd gebruikelijk was.
Het mag als voorlooper beschouwd worden van Monge's be
schrijvende meetkunde1).
Jammer is het dat de catalogus de titels en schrijvers zoo
onvolledig weergeeft.
Ook de nadere kennismaking met het rapport inzake de door
graving bij Pannerden geeft de overtuiging, dat Ancelin heel
wat meer is dan en willekeurige «knegt».
In dit rapport, van een reis die hij van 25 Dec. 1706—2 Jan. 1707
voor het stadsbestuur ondernam, toonde hij zich een ijverig man,
die zijn tijd weet te benutten, een handig man, die de personen
weet te vinden, die hem inlichtingen kunnen verschaffen, en
die zoodanig vertrouwen weet in te boezemen, dat hij volledig
ingelicht thuiskomt; en verder een kundig man, die de verkregen
inlichtingen naar waarde weet te schatten en zelf uit de oogen
kan zien. Zijn rapport bevat nauwkeurige opgaven omtrent
Egging, aanleg en kosten van het werk.
Uit het rapport blijkt tevens, dat Ancelin reeds eerder (n.l.
i 1 ^55die streken met eenige Rotterdamsche heeren heeft
bezocht; in verband met dit bezoek staat waarschijnlijk de kaart
No. 1 van de hier volgende chronologische lijst van kaarten.
Ancelins handteekening aan het hoofd van dit opstel gere
produceerd, is aan het hierboven bedoelde rapport ontleend.
IV.
Vestigen wij thans ons oog op de kaarten, die van zijne hand
bekend zijn.
Zie Cantor: Vorlesungen über Geschichte der Mathematik II 1913, 674/5.