schaal over te brengenruit voor ruit heeft deze kunstbewerking dan plaats. Eindelijk is de verdeeling in ruiten nog van belang voor het opzoeken van perceelnummers, straten, e.d. die op het plan voorkomen. Daarom is noodig dat de strooken, waarin de kaart verdeeld wordt door de ruitlijnen, met een letter of nummer wordt aangewezen, de verticale b.v. door een letter, de horizontale door een nummer. Letter en nr. wijzen dan een enkele ruit aan, waarin het gezochte gemakkelijk kan worden opgespoord. Tk heb bij het veelzijdig nut van deze ruiten uitvoerig stil gestaan, om de vraag te beantwoorden: Wat wilde Ancelin met die ruiten? Coördinaten-berekening der driehoekspunten was in dien tijd nog geen gewoonte al had Descartes het begrip daarvan reeds lang bekend gemaakt. Zelfs Pi card rekent bij zijn graadmeting nog met driehoeken om den afstand van een paar willekeurige vastgelegde driehoeks- punten te vinden (La mesure de la terre 1671). Toch gebruikt Ancelin die ruiten bij het vervaardigen van zijn kaart. Dat blijkt duidelijk uit n°. 6 van de lijst, de onvol tooide kaart van de waterweg van Rotterdam naar zee. Ofschoon belangrijke deelen van dit groote perkamentblad nog niets bevattèn dan eenige driehoekspunten in potlood, zijn over het geheele blad de ruitlijnen reeds in inkt getrokken. Het komt mij voor dat de kaarteering der hoofddriehoekslijnen met behulp van- deze ruiten heeft plaats gehad. Bij verschillende is het snijpunt met de ruitlijn aan de omtrek van het blad door een potloodstreepje gemarkeerd. Ik waag de veronderstelling dat de ruitlijnen hebben gediend om de kaart goed midden op het papier te kunnen krijgen. Wij moeten dan aannemen dat het oorspronkelijke net van vaste punten op een willekeurig stuk papier is geteekend uit de gemeten lengten en hoeken met stangpasser en transporteur; dat op dat papier vervolgens de noordrichting is aangebracht en een ruitennet in verband met deze richting, dat daarna beslist is, welke ruiten nog op het definitieve kaartblad zullen komen, en dat vervolgens de vaste punten en hunne verbindingslijnen in verband met de ruiten zijn overgenomen op het definitieve blad. Ook richtingen op punten die op het definitieve blad niet voorkomen, op het voorloopige wel, kunnen nu zonder moeite door gebruik te maken van de ruitlijnen, worden getrokken. 139

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 141