146
voet met den cylindermantel voor het opnemen van de bolschijf
van «Nagel» en theodoliet. Plaat met klemschroef en statiefkop
zijn verder geheel conform die van den centreertheodoliet «de
Koningh» (zonder coulisseninrichting).
Er is 'een verschuiving van 8 c.M. mogelijk; élk instrument
met passende bolschijf kan op dezen drievoet worden opgesteld.
Met een losse schroefstang met tegenveer, passende in een bol-
segmentvormige moer, aangebracht in de bolschijf onder aan den
theodoliet, kan deze desgewenscht worden vastgezet.
5. Het onderzoek van de randverdeeling leverde een gunstig
resultaat. Vergelijkt men dit met de uitkomsten, verkregen bij
randverdeelingen van den bovengenoemden Nederlandschen fabri
kant, dan blijkt dat deze niet onderdoen voor het buitenlandsche
fabrikaat, wat mijn Nederlandsch hart goed doet en welke aan
gename gewaarwording, naar ik vertrouw, velen met mij deelen.
Moge daarvan bij een volgende gelegenheid practisch blijken.
Utrecht, Juli 1924. J. F. A. VA.N RiESSEN.
Noot van de redactie.
Van den heer J. H. Westerhuis te Zutphen bereikte ons een artikel
ook handelend over den nieuwen „kadastertheodoliet". Daarin wordt na
gebruik bij uitgebreide metingen geoordeeld, dat het instrument in de
praktijk zeer goed voldoèt en zeer gunstige resultaten levert. Genoemd
artikel kan in verband met door de begrooting geboden beperking voor
de 5e en 6e afl. eerst in 1925 worden geplaatst.
HET ONTWERP-RUILVERKAVELINGSWET IN
DE TWEEDE KAMER.
Het wetsontwerp houdende bepalingen omtrent ruilverkaveling
is door de Tweede Kamer aangenomen. Dit feit is voor het
Kadaster, dat zoo van nabij bij de uitvoering betrokken is, en
voor zijn ambtenaren, die jarenlang met het Kon. Ned. Land-
bouwcomité en de Ned. Heidemaatschappij geijverd hebben voor
het tot stand komen van wettelijke bepalingen in deze materie,
een gelukwensch waard! Het tot wet verheven worden van het
ontwerp is nu vrijwel verzekerd.
Hieronder geven wij beknopt weer een en ander uit de open
bare behandeling in de Tweede Kamer en laten daaraan voorafgaan
een uittreksel van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig