i55
Bij verrekening van verschil in waarde, waarvan sprake is in
art. 5, wordt met den eigenaar gelijkgesteld (art. 7) ook hij, die
op het onroerend goed een recht van hypotheek of grondrente heeft.
Op de samenstelling van de centrale commissie, die de algemeene
leiding in ruilverkavelingszaken is (art. 13), wordt aan de naast
belanghebbenden invloed toegekend, in dier voege, dat 2 van de
5 leden worden benoemd op aanbeveling van door den Minister
aan te wijzen centrale landbouwvereenigingen. De Minister gaf
te kennen dat het zijn bedoeling is de 3 andere leden te laten
bestaan uit 1 jurist, 1 waterstaatkundige en 1 kadasterman.
De landmeter, die de plaatselijke commissie (art. 28, volgens
latere nummering 2g) zal bijstaan, zal worden aangewezen door
den met de zaken van landbouw belasten Minister, in overleg
met den Minister van Financiën.
In art 50 (later 51) stond, dat de rechtbank uitspraak doet
«zoo spoedig mogelijk», dit is gewijzigd in «uiterlijk binnen
een maand».
In art. 77 werd een bepaling opgenomen ter voorkoming van
de onbillijkheid dat zij, die bij de ruilverkaveling geenerlei on
middellijk belang hebben, toch volgens den voor belanghebbenden
geldenden maatstaf in de kosten moeten bijdragen.
Tal van amendementen van redactioneelen aard werden nog aan
genomen en de artikelen ondergingen een vernummering. De
wijzigingen, hoewel niet van ingrijpenden aard, waren zoo talrijk,
dat de eindstemming uitgesteld werd. Op 1 Juli had de aanne
ming zonder hoofdelijke stemming plaats.
BERICHTEN.
De landmeter van het Kadaster J. H. Sanders is met ingang
van 1 Mei 1924 verplaatst van Tiel naar Utrecht.
Met ingang van t Mei 1924 is aan M. A. H. de Jongh, land
meter van het Kadaster te Utrecht, op zijn verzoek onslag verleend.
Aan den landmeter van het Kadaster W. A. Dogterom te
Zutphen, is met ingang van 1 Juli 1924 verlof tot afwezigheid
verleend voor den tijd van 2 jaar en 6 maanden, buiten bezwaar
van den Lande.