167
De Section de Géodésie is in het bijzonder aangewezen voor de be
handeling der vraagstukken, welke van 1862 tot 1916 de taak waren van
de Association Géodésique Internationale, en in Nederland zijn toever
trouwd aan de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing.
Van de zijde van de Geodetische Associatie van Neutralen werden
bezwaren ontwikkeld tegen het onderbrengen van de geodesie in eene
sectie van de Union, die op zichzelve weder ondergeschikt is aan den
Conseil. Zij wenschten vooral de onafhankelijkheid te handhaven, die
door de Internationale Associatie voor Aardmeting gedurende meer dan
een halve eeuw was genoten, echter niet zonder wijziging van de bepa
lingen zooals die tot 31 December 1916 voor die Associatie golden. Zij
wenschten bij het sluiten van eene nieuwe overeenkomst wel degelijk
rekening te houden met sommige bezwaren, welke zich vóór 1916 hebben
doen gevoelen.
Spanje sloot zich in 1920 aan bij de Union".
Gedachten wisseling tusschen de vertegenwoordigers der overige neutrale
staten en het bureau van de Union géodésique et géophysique heeft er
toe geleid, dat de geodetische commissies dier staten werden uitgenoodigd
om hunne vertegenwoordigers te doen deelnemen aan de eerste algemeene
conferentie van de Union, te houden te Rome in Mei 1922, en dat de
voorstellen van de neutralen tot nadere regeling van de samenwerking op
het gebied van geodesie, op de agenda van die conferentie werden
gebracht. De Rijkscommissie wees hare leden, de heeren Heuvelink,
Kuenen en N ij land aan voor deelneming aan de conferentie te Rome.
Tegelijk met de Union Géodésique et Géophysique Internationale ver
gaderde daar de Union Astronomique Internationale.
Werkzaamheden der Commissie.
De bemoeiingen der Commissie betroffen in 1922:
de secundaire driehoeksmeting;
de sterrekundige plaatsbepaling;
de slingerwaarnemingen.
Driehoeksmeting. Personeel.
Bij den aanvang van 1922 bestond het personeel voor de driehoeks
meting uit de volgende personen:
de ingenieurs N. Wildeboer c.i.; Cd. H. Bijl c.i.; J. B. de Hulster
c.i.de landmeter J. J. A. Heezemans; de rekenaars H. Vuurman en
Mejuffrouw R. E. Bongers.
Aan den ingenieur Bijl werd in verband met voortdurende ziekte
eervol ontslag verleend met ingang van i Juni 1922. Aan Mej. Bongers
werd op haar verzoek eervol ontslag verleend met ingang van 1 Septem-