spreker zeide, den theodoliet met afleesoculair naast den kijker, waarin het gemiddelde van de twee standen van de indices t. o. v.. den rand wordt aangegeven. Met de nauwkeurige instrumenten zijn wij nu ook in den tijd van de exacte werkwijzen: centreering, de heliotroop en signaal- bouw worden even behandeld, moderne netten zien wij voor ons en ook aan de hand van teekeningen op het scherm volgt dan een uiteenzetting van het begrip geoïde. Bij het Nederlandsche net wordt langer stilgestaan, in het bij zonder bij de aansluitingen aan Duitsche pn aan Belgische zijde en daarna krijgt men eene levendige beschrijving van de basismeting bij Stroe, verricht in 1913, die men op het doek in vollen gang ziet. Hoewel slechts in verwijderd verband staande met de gedaante der aarde toont spr. een enkel beeld van eene kadastrale her meting, n.l. van de eerste die aan de R. D. aangesloten werd. (Hilvarenbeek, 1908.) Bij de bespreking van het internationale verband, waarin de metingen geschieden voor de ellipsoïde (en de geoïde, die ten opzichte van deze bepaald wordt), krijgt men iets te zien van de triangulaties in onze koloniën. De verschuiving in horizontalen zin van triangulatiepilaren in de residentie Tapanoeli is voor spr. het uitgangspunt voor eene beschouwing over de bewegingsver schijnselen in de aardkorst, een nieuw gebied van studie, waar mede de geodesie zich heden ten dage bezig houdt. Wij zien ook hoe van het net van Krayenhoff en dat der R. D. vele punten samenvallen, wat aanleiding zou kunnen geven tot ver gelijking der uitkomsten, om daaruit eene al of niet bestaande langzame verschuiving in historischen tijd, met zekerheid te con- stateeren. De waargenomen periodieke veranderingen in den stand der aardas en de eb- en vloedbeweging der vaste aard oppervlakte, door Hecker uit slingerwaarnemingen afgeleid, worden vermeld, waarna spr. sluit met de aarde en den vooruitgang in onze opvattingen omtrent hare gedaante te bezien in het kader van het haast onbekende groote heelal; al hebben wetenschap en techniek eene hooge vlucht genomen, steeds deden zich weer nieuwe vraagstukken voor en alle menschelijk werk blijft dan toch onbeduidend, vergeleken bij Gods oneindige schepping. m. Met een hartelijk woord dankt de Voorzitter den spreker i8i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 183