SAMENSMELTING VAN DE DIRECTE BELASTINGEN
EN DE REGISTRATIE.
Verslag der Commissie in zake dit vraagstuk.
Verschenen is het verslag der Commissie, ingesteld bij besluit
van den Minister van Financiën van 14 April 1919 n°. 150, in
zake het vraagstuk van de samensmelting der dienstvakken van
de directe belastingen en van de registratie (Alg. Landsdruk
kerij 1923).
De commissie bestond uit de heeren Dr. E. J. Beumer, lid van
de Tweede Kamer, te Utrecht, Voorzitter; F. Bartelink, direc
teur der registratie en domeinen, te Maastricht; C. R. Drossaart
Bentfort, hoofdambtenaar bij de gemeentebelastingen, te Rot
terdam; C. W. Bodenhausen directeur der gemeentebelastingen
te Amsterdam (in 1921 op zijn verzoek eervol ontslagen, uithoofde
van zijn benoeming tot directeur van Financiën van Ned.-Indië);
II. de Jong, inspecteur der registratie en domeinen, te Arnhem;
P. C. Ligtenberg, inspecteur der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen, te Eindhoven (iste afdeeling); Mr. P. J. Oud,
lid van de Tweede Kamer, te 's-GravenhageA. Volkmaars,
directeur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, te
Rotterdam; E. J. A. Weygers, inspecteur van het kadaster,
hoofd der afdeeling Hypotheken en Kadaster bij het Departement
van Financiën, leden. Als lid en secretaris was aan de commissie
toegevoegd Mr. J. F. Dijkstra, advocaat en procureur, te's-Gra-
venhage, later vervangen door Mr. Ed. Broens, daarna door
Mr. A. H. Sej'lhouwer, advocaat te Amsterdam.
Uit de installatie-rede van den Minister van Financiën, gehouden
op 22 Mei 1919, halen wij het volgende aan:
Aan deze toezegging is thans voldaan door het instellen dezer Com
missie, van welke ik dus in de eerste plaats gaarne antwoord zal hebben
op de vraag of de samensmelting der beide dienstvakken wenschelijk en
practisch uitvoerbaar is en, zoo ja, op welke wijze en, zoo neen, of het
i6
L) Naar aanleiding van dit verslag verscheen in de Januari-aflev'ering van de
«Vragen des Tijds» eene belangwekkende verhandeling van den heer X. Boer Hz.,
getiteld: «Bezuiniging door fusie der rijksdiensten van de belastingen, de hypotheken
en het kadaster«.