Stoorvogel, Bes en Heines en dat leidt tot de opdracht aan
het Bestuur, te trachten een verkorting van de schaal te verkrijgen.
k. Bij de rondvraag informeert de heer S o e r, of het Bestuur
iets bekend is omtrent een voor de landmeters ongunstige wijziging
van het reisbesluit. Het Bestuur antwoordt ontkennend, maar zal
de zaak onderzoeken.
De heer Kloosterboer bespreekt de nieuwe uitlegging, die
door de Regeering wordt gegeven aan de bepalingen betreffende
opgespaard verlof. Enkele collega's zijn daarvan de dupe geworden.
Hij verzoekt den steun van het Bestuur, om dat verlof alsnog te
verkrijgen. Het Bestuur zegt dien steun toe.
De heer Kater bespreekt de verkiezingsleuze, die door een
pas weer lid geworden collega is aangeheven bij het gehouden
verkiezingsreferendum. Hij bestrijdt het argument, dat iemand
geschikt zou zijn voor Voorzitter, omdat hij geen kansen meer
heeft op eene benoeming tot I. V.
Verder wijst hij op het tegenstrijdige, dat is gelegen in het
verbod om te logeeren en het voorschrift, dat men minstens zes
uren moet besteden aan meetarbeid. Aan dit laatste voorschrift
is zonder logeeren dikwijls niet te voldoen.
De Voorzitter zegt, dat de verkiezingsactie buiten hem om is
gegaan en hij den collega zijn spijt heeft uitgedrukt, dat hij buiten
zijn weten op deze wijze voor zijn candidatuur heeft geijverd.
De heer Stoorvogel zegt, geen voorstander te zijn van der
gelijke methoden, maar meent, dat de meerderheid, die den tegen-
woordigen Voorzitter heeft gekozen, zich bij haar keus toch wel
niet uitsluitend door het genoemde argument heeft laten leiden.
De heer Kater verklaart nadrukkelijk zijn persoonlijke meening
uit te spreken, en den persoon van den Voorzitter niet te willen
treffen.
De heer de Bie protesteert tegen de meening van den heer
Kater. Het is voor iemand, die uit volle overtuiging heeft ge
stemd, onaangenaam te moeten hooren, dat daaraan wordt getwijfeld.
De Voorzitter sluit hierop met een woord van dank voor de
opkomst de vergadering.
De Secretaris
P. J. ter Plegt.
192