194 eene onveranderlijke De kijker kan met het objectiefeinde doorgeslagen worden. Om voorwerpen, op verschillende afstanden gelegen, scherp in te stellen wordt door draaiing aan den ring H2 eene lens in het H Ha M, inwendige van den kijker verschoven; bovendien is het oculair door den ring Hi verschuifbaar. Door deze inrichting heeft de kijker (137 mm) en is het binnenste ervan tegen indringen van stof en vocht beschut; hij heeft een objectiefopening van 30 mm eene vergroo ting 18 en is voor afstands meting ingericht (constante 100). Op den met den kijker verbonden verticalen cirkel- rand worden zenithhoeken afgelezen. Het met die af lezing in verband staande niveau Pi kan met de schroef N3 tot inspeling worden ge bracht; het wordt door den draaibaren spiegel P2 van onder belicht en het inspelen wordt doormiddel van het draaibare prisma P3 beoordeeld. Voor weg neming van de indexfout dienen de schroeven P4. Aan de op Fig. 1 onzichtbare zijde is een dwarsniveau aan gebracht. De belangrijkste nieuwigheid ligt in de manier waarop de verdeelde randen worden afgelezen. Beide cirkelranden zijn van glas, zij hebben den vorm van een hollen cylinder; op het buitenste ronde oppervlak is de verdeeling geëtst en die cylindermantel is van eene foelielaag voorzien. J] Kj is die inrichting voor de belichting van den horizontalen rand; het licht neemt door middel van prisma's zijn weg onder langs het onderstel van den theodoliet en door de verticale as heen, om dan met behulp van andere prisma's geworpen te worden 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 196