li li 58 8 S3 ISZ 57 II II 57 58 8S2 g ZS2 den bovenkant staat, wordt weer, evenals bij het instrument van Zeiss, erbijgevoegd, aldus: 57g,5285. Deze aflezing is het rekenkundig gemiddelde van twee enkelvoudige aflezingen op tegenover elkaar lig gende randdeelen. Ditwenschen wij nog toe te lichten aan de hand van Fig. 8, waarin ook de beelden zijn weergegeven van die randdeelen (de stand houdt geen verband met dien uit Fig. 7). Het optische stelsel is zoo ingericht, dat indien tegenover ieder dier rand deelen een indexstreep stond, de beelden dezer strepen in eikaars ver lengde zouden vallen in de lijn A B, behoudens een mogelijke kleine excentriciteitsafwijking. De feite lijke indexstreep is in het beeldvlak van het oculair op een glazen plaatje aangebracht. Wij zouden kunnen aannemen, dat de ge stippelde lijntjes tusschen A en B in plaats van die indexstreep de dubbeldraden voorstellen van twee microscopen bij o-stand der trommels; door de micrometerschroeven worden dan gemeten c-7 A de afstanden a en h tot de voorafgaande strepen der schaal; het rekenkundig gemiddelde der beide trommelaflezingen is Bij deze nieuwe theodolieten nu geschiedt geen verplaatsing van 2,7 2,8 1I1111I1 2.9 3,0 iilmiliinli 199 II II 11 II II II 41 11 A II II Fig. 8. Fig- 7.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 201