evenwijdige verschuiving der lichtstralen en hierdoor is het mogelijk om de deelstrepen der beschouwde tegenover elkaar staande beelden te laten coïncideeren. Aan den trommel, die in 100 deelen ver deeld is, wordt het aantal resteerende c m van den gezochten afstand afgelezen. Het afleesoculiar bevindt zich bij de nieuwe theodolieten naast het oculair van den kijker en kan met den kijker doorgeslagen worden. Op deze manier is het mogelijk gemaakt, dat de waar nemer na een voorwerp ingesteld te hebben slechts een kleine zijwaartsche beweging met het hoofd behoeft te maken meer niet om af te lezen. Dat hij zich voor de aflezing niet om het instrument heen behoeft te bewegen, is een groot voordeel. De tijd voor de aflezing benoodigd is, vergeleken bij de gewone theodolieten, tot meer dan de helft gereduceerd. De bewering is gerechtvaardigd, dat de instrumenten in de toekomst ongetwijfeld eene difinitieve plaats zullen veroveren; hopelijk is het tijdstip niet veraf, dat bij het Kadaster een exem plaar zijn intrede doet! Daar als regel bij ons dienstvak theodo lieten zonder verticalen rand gebruikt worden, zou een zeer ver eenvoudigd type gemaakt kunnen worden naar de beschreven beginselen. Waarvan de aanschaffing, gezien de opgenoemde voordeelen, bezuiniging (om een in de mode zijnd woord te ge bruiken) zou beteekenen. Uit het bovenstaande moge den lezer duidelijk zijn geworden, hoe hier door de makers, ofschoon voortbouwend op de beginselen der bestaande theodolietconstructies, toch nieuwe ideeën zijn ver werkt en hoe zij, bijgestaan door de hulpmiddelen der moderne techniek en optiek, bereikt hebben een voortreffelijk resultaat, dat niet alleen belangstelling, maar ook bewondering afdwingt! Heines. OVER DE AFKORTINGEN VAN DE BENAMINGEN ONZER MATEN EN GEWICHTEN. Onder dezen titel verscheen in het Weekblad «De Ingenieur» 1924 No. 5 een artikel van Prof. Dr. M. de Haas, hetwelk wij met toestemming van den schrijver in zijn geheel overnemen. 20I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 203