i8 zooals zij thans is. Meer wordt over den dienst der grondbelasting niet gezegd. Betreffende de invoering der fusie is de Commissie van oordeel, dat de reorganisatie, die door de fusie der dienstvakken noodig wordt, geleidelijk zal behooren te geschieden en zooveel mogelijk allereerst in de hoofdleiding ten uitvoer moet worden gelegd, en dat de administraties Directe Belastingen enz. en Registratie enz. aan het departement zouden moeten worden samengevoegd tot ééne administratie der belastingen met één hoofddirecteur aan het hoofd en verdeeld in de navolgende afdeelingenpersoneel, directie belastingen, indirecte belastingen, invoerrechten, accijnzen, comptabiliteit, verificatie en materieel, kadaster en hypotheken (voor zoover dit niet een zelfstandig geodetisch instituut wordt). Paragraaf g handelt over Domeinen. Na eene opsomming van den omvang van het beheer en een geschiedkundig overzicht te hebben gegeven, spreekt de Commissie als hare meening uit, dat de band tusschen Belastingen en Domeinen niet als een natuur lijke kati worden beschouwd. Wat betreft de samenvoeging van Domeinen met het nieuwe gefusion- neerde dienstvak, herhaalt de Commissie ten slotte hare meening, dat op zichzelf het nieuwe dienstvak zijne taak met betrekking tot de Domeinen niet minder goed zal vervullen dan het tegenwoordige dienstvak der Registratie, doch dat, in het bijzonder met het oog op de omvangrijkheid van het beheer der inspecties van het gefusionneerde dienstvak, er tegen de bedoelde samenvoeging ernstige bezwaren zijn en het dus aanbeveling zou verdienen eene afscheiding tusschen domeinbeheer en het belasting dienstvak voor te bereiden. Ten slotte veroorloven wij ons de volgende paragraaf over Hypotheken en Kadaster in haar geheel over te nemen. De beantwoording van de aan de Commissie gestelde vraag „of het noodig of wenschelijk is, de aan het departement van Financiën bestaande afdeeling Hypotheken en Kadaster, welke thans behoort tot de administratie der Registratie, daarvan af te scheiden en tot eene zelfstandige admini stratie te maken gaf aanleiding tot eene breedvoerige gedachtenwisseling, waarbij zeer uiteenloopende meeningen werden naar voren gebracht. Twee richtingen teekenden zich daarbij af. Eenerzijds werd betoogd, dat de diensten, welke het Kadaster, dat oorspronkelijk uitsluitend een hulpvak voor de grondbelasting was, aan het publiek en aan de Overheid bewijst, langzamerhand zoozeer zijn uitge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 20