D. G. Sanders, te Rotterdam, J. Gonlag, te 's-Gravenhage,
H. Mandersloot, te Amsterdam.
Verplaatsing van landmeters van het Kadaster:
met ingang van i Jan. 1925: J. Dijkstra, van Goes naar
's-Gravenhage, J. M. Tienstra van Zutphen naar Amsterdam,
J. F. Greve van Sneek naar Zutphen, J. Alberda van Heeren
veen naar Deventer, C. D. Wolters van 's-Gravenhage naar
Zutphen, F. Dijkstra, van Rotterdam naar Heerenveen, A. J.
Meertens van Amsterdam naar AJmelo, P. J. van Eendenburg
van 's-Gravenhage naar Rotterdam, C. G. Daleboudt van
's-Gravenhage naar Goes, H. Meindersma van Amsterdam
naar Sneek, G. J. Brouwer van Amsterdam naar 's-Hertogen-
bosch, W. N ikke Is van Haarlem naar Almelo.
Met ingang van 1 Febr. 1925: M. F. Ferwerda van Almelo
naar Alkmaar.
Met ingang van 1 Mei 1925: H. J. Pieters van Arnhem
naar 's-Gravenhage, H.Vermeulen van Winschoten naar Arnhem,
J. F. Ilsen van 's-Gravenhage naar Winschoten.
Bij K. B. zijn met ingang van 1 Jan. a.s. op hun verzoek,
eervol ontslagen, met dankbetuiging voor de door hen aan den
lande bewezen diensten: P. W. H. Paulussen, te Roermond,
als ingenieur-verificateur van het Kadaster; A. K. Nunnink, te
's-Gravenhage, als landmeter van het Kadaster.
Nadat op 29 October het ontwerp door de Eerste
Kamer werd aangenomen, is in het Staatsblad N°. 481
verschenen de Wet van den 3isten October 1924, hou
dende bepalingen omtrent ruilverkaveling.
Ingevolge K. B. van 22 November treedt zij in wer
king op 1 December 1924.
213