19
breid, dat de diensten, welke het voor de belastingen heeft te verrichten,
een betrekkelijk kiein onderdeel van zijne taak uitmaken.
Door deze ontwikkeling kan het Kadaster niet geschoeid blijven op de
leest van hulpvak van de belastingen; het moet er op zijn ingericht de
vele andere diensten zoo goed mogelijk te kunnen praesteerenniet alleen
de diensten voor het publiek, maar ook b.v. alle opmetingen ten behoeve
van de Overheid met de daaraan verbonden toepassing in de stukken
der bewaring.
De ervaring heeft geleerd, zoo werd betoogd, dat verbeteringen van het
technische gedeelte van het Kadaster slechts zeer moeilijk tot stand komen,
zoolang de hoofdleiding berust bij een ander dienstvak. Jarenlang heeft
men dan ook niet anders gedaan, dan het bestaande gaande houden en
hier en daar, waar het onvermijdelijk was, een enkele verbetering aan
brengen. Het heeft een zeer langen strijd gekost voor de kadaster
ambtenaren, eer de administratie, die het Kadaster beheert, tot de erken
ning is gekomen, dat, zonder eene ver doorgevoerde reorganisatie, het
Kadaster niet voor zijne taak berekend is. De verbeterde opleiding der
landmeters b.v. kwam eerst, nadat een 30-tal jaren deze eischen waren
gesteld, tot stand in 1918 (Koninklijk Besluit van 16 September 1918,
Staatsblad n°. 548).
De aan het Kadaster toegedachte taak, het dienen van het algemeen
belang, kan alleen goed worden verricht door een kadaster, dat is geba
seerd op de grondslagen, die de tegenwoordige stand van de geodetische
wetenschap aanbiedt.
Dit kan alleen, wanneer het Kadaster wordt vernieuwd en gemaakt tot
een zelfstandig vak. Het werk vereischt eene zoodanige technische op
leiding en voor de bijhouding van dat vernieuwde Kadaster wordt ge
vorderd eene mate van kennis van de hoogere wiskunde, de natuurkunde
en de hoogere en lagere geodesie, die onbetwistbaar aantoont, dat deze
tak van dienst niet kan worden bestuurd door niet-technische ambtenaren.
Aan het hoofd dient te staan een goed geschoold en technisch ontwikkeld
ambtenaar, gesteund door personeel, dat geheel voor zijne taak is berekend,
hetgeen door de regeering in zijn vollen omvang is erkend, door de in
voering van den driejarigen landmeterscursus te Wageningen, waar van
1919 af in den rooster van lesuren is opgenomen, naast de bovengenoemde
vakken, de studie van burgerlijk en administratief recht en van landbouw,
ruilverkaveling en cultuurtechniek.
Alleen zij, die aan dezen cursus het diploma voor landmeter hebben
verworven, zijn benoembaar tot adspirant-landmeter van het Kadaster en
deze adspirant-landmeters kunnen eerst tot landmeters worden benoemd,
nadat zij gedurende een vol jaar als adspirant-landmeter zijn werkzaam
geweest en nadat bij een onderzoek is gebleken, dat zij de noodige ge-