20
schiktheid en bekwaamheid voor de betrekking van landmeter van het
Kadaster bezitten.
Dat onderzoekt loopt over de volgende onderwerpen:
a. den dienst der instandhouding en dien van de verbetering en de
vernieuwing van het kadaster met inbegrip van de kadastrale en hypo
thecaire boekhouding;
b. den dienst der grondbelasting; beide in hun vollen omvang.
Op die gronden en omdat men van meening was, dat deze dienst, om
zich tot zelfstandigen dienst te kunnen ontwikkelen, niet afhankelijk mag
zijn van eene speciale belasting-administratie, die uit den aard der zaak
geheel vreemd staat tegenover de eischen van een overwegend technischen
dienst, werd van die zijde bepleit de hervorming van het Kadaster tot
een zelfstandig geodetisch instituut, met een kadasterambtenaar aan het
hoofd.
Voor die hervorming is het, naar betoogd werd, thans het juiste tijd
stip. Het Kadaster staat niet in zoodanig nauw verband met Directe
Belastingen of Registratie, dat het daarvan niet zou kunnen worden los
gemaakt.
Het kan worden losgemaakt van den dienst der grondbelasting, omdat,
hoewel er voordeelen aan verbonden zijn, dat schatting en meting in ééne
hand zijn, zulks niet strookt met het beginsel, dat de instelling van het
Kadaster een geodetisch instituut in het belang van het algemeen behoort
te zijn. Doch het kan niet worden losgemaakt van de Hypotheken, daar
scheiding van Hypotheken en Kadaster zou zijn een stap in de verkeerde
richting. In de eeuw, gedurende welke het Kadaster onder Financiën
ressorteert, is die samenhang zoo innig geworden, dat een scheiding groote
moeilijkheden zou medebrengen en de Hypotheken zijn zóó met het
Kadaster samengegroeid, dat het Kadaster dezen diensttak niet kan
missen.
Een kadastraal geodetisch instituut, los van de administratie van hypo
theken, zou zijn als een fraai huis zonder deuren of vensters, tenzij on
middellijk overal nieuwe bureaux werden ingericht om het publiek te
bereiken. De bestaande bewaringen met haar kadastraal en hypothecair
archief zijn daar als voor geknipt.
Het Kadaster is, als zuiver geodetisch instituut, niets waard, indien het
de hypotheekkantoren, waardoor de dienst het publiek kan bereiken, mist-
Boven een eenzijdig geodetisch instituut, los van de hvpotheekbewaringen,
zou daarom de voorkeur moeten worden gegeven aan den thans bestaanden
toestand met al zijne gebreken.
Van de zijde der bestrijders van bovenstaande beschouwingen werd
betoogd, dat al de argumenten, aangevoerd voor het uitbouwen van het