2 I
Kadaster tot een geodetisch instituut, alleen betreffen het technische ge
deelte van het Kadaster, niet de boekhouding. x)
Wil het Kadaster zich in die richting bewegen, dan zal men moeten
komen tot eene splitsing, waartegen noch ten opzichte van de diensten,
die het Kadaster aan de Overheid bewijst, noch ten opzichte van die aan
het publiek bewezen, eenig bezwaar is.
Dan zal er moeten komen, eenerzijds een dienstvak met een corps
technische ambtenaren, belast met de metingen en het in kaart brengen
van die metingen, anderzijds een dienstvak met ambtenaren, welke eene
juridische opleiding hebben genoten en die belast kunnen worden met
alles, wat het administratieve deel of de z.g. boekhouding van het Kadaster
aangaat en met alles, wat den eigendom en de rechten op onroerende
goederen en schepen betreft en daarmede in verband staat.
Vandaar, dat, naar zij meenen, men met de opleiding der kadaster
ambtenaren, zooals die thans is geregeld bij Koninklijk Besluit van 1918,
op den verkeerden weg is.
Wil men het Kadaster maken tot een geodetisch instituut met een
zelfstandig, geodetisch ontwikkeld, man aan het hoofd, dan streve men
naar technische volmaking en late aan de andere dienstvakken over, welk
gebruik zij wenschen te maken van de technisch volmaakte metingen.
De vragen, waarvoor die andere dienstvakken zijn of zullen worden
geplaatst, b.v. bij Justitie (rechtsgeldig kadaster, Torrensstelsel), bij Fina?uïèn
{belastingtechniek, hypothecair stelsel, domeinbeheer), bij Landbouw (ruil
verkaveling, bodemcultuur), zijn vragen, die niet beantwoord moeten worden
door ambtenaren met eene, in de eerste plaats, technische opleiding.
Aan het hoofd van den dienst der hypothecaire en kadastrale boek
houding, welke van dien der belastingen niet kan worden afgescheiden,
zal daarom, naar zij meenen, moeten staan iemand met juridische op
leiding en bij de eischen, te stellen aan de kennis van hem, die met de
leiding van een hypotheekkantoor is belast, wenschen zij, met de Staats
commissie van 1906, „op den voorgrond te zien treden grondige rechts
kennis en daarnaast volle vertrouwdheid met de notarieele praktijk
Van die zijde werd tevens gewezen op de inconsequentie, dat de ver-
eeniging van Kadaster en den dienst der grondbelasting niet, die van
Kadaster en Hypotheken wel zou strooken met den eisch, hervorming
van het Kadaster tot een zelfstandig geodetisch instituut.
i) De kadasterambtenaren hebben jarenlang voorgestaan uitbouw en verbetering van
het geheele kadaster, ook van de boekhouding. Hiervan zouden de „bestrijders" zich
kunnen overtuigen door kennis te nemen van wat te dier zake is verschenen, b.v. m
dit Tijdschrift (jaarg. 1908, blz. 57, jaarg. 1918, blz. 31, enz.), in het^ 2= ged<= van
het Verslag der door den Min. v. Fin. bij Besl. van 19 Aug. 1918, n°. 142, inge
stelde Reorganisatie Commissie en in de Bezuinigingsvoorstellen door het Bestuur der
Vereeniging voor K. en L. in 1922 opgemaakt. (Redr.)