48
noodig acht, het bestaan van zijn recht aantoonen door de over
legging van de daartoe noodige bescheiden.
Beperkingen in de bevoegdheid tot beschikking of beheer
worden eerst van kracht door de aanteekening in de Grootboeken.
Voor hen, die persoonlijk onbekwaam zijn tot eenige verrichting,
zal worden gehandeld door de wettelijke vertegenwoordigers.
De toestemming tot een bepaalde verrichting kan vervangen
worden door een rechterlijk vonnis.
Wanneer we dan tenslotte nog vermelden, dat deze wet den
overgang krachtens erfrecht regelt door de verklaring van erfrecht
(af te leggen door een notaris), waarbij bovendien gedacht is aan
legaten, fideïcommissen en onderbewindstellingen, dan zal men
de merkwaardige overeenkomst met een positief hypotheekstelsel
niet kunnen ontkennen.
Definitief wordt het doodvonnis over het negatieve stelsel uit
gesproken door de wijze waarop de overheid zelf wel van de
openbare registers gebruik maakt. In de allereerste plaats bij de
toepassing van de onteigeningswet. Deze wet bepaalt, dat er in
zekere gevallen in het publiek belang onteigend kan worden.
Hier zou zich de overheid voor hetzelfde titelonderzoek geplaatst
zien als ieder particulier in het dagelijksche leven of om met
wijlen Gombault te spreken, «zij zou de functie moeten vervullen
van rechter van instructie of die eener enquête commissie.»
De overheid maakt het zicht echter gemakkelijker. Zij kan dat
doen en bepaalt in art. 3: als eigenaars of medeeigenaars van
een te onteigenen perceel worden zij beschouwd, die als zoodanig
in de registers van het kadaster voorkomen. Alleen wordt wel
willend toegestaan, dat ieder die beweert rechthebbende te zijn
(buiten de kadastrale registers om) kan tusschenkomen zoolang
de eindconclusie door partijen niet genomen is.
Er wordt wel beweerd, dat de promotie in dit geval van ons
negatieve stelsel tot een inderdaad rechtskracht hebbende admini
stratie, slechts toelaatbaar is omdat het bij de onteigening slechts
gaat om de grootte der toe te kennen vergoeding. Na de ont
eigening zouden eventueele gegadigden nog hunne rechten kunnen
doen gelden. Maar dan toch zeker onder voorbehoud, dat er
nog veeren zijn te plukken van den kikker waaraan de vergoeding
is toegekend!
De wetgever sanctioneert in de onteigeningswet de volksover-