54 artikel 17 dier instructie (vastgesteld 24 Mei 1660) luidde aldus: «Sal gehouden sijn, ter ordonnantie van d'heeren Burgemeesteren ende Fabrycqmeesteren, te maken alle modellen, projecten ofte teykeningen van de nieuw te maken ofte te repareeren' Stads- wercken.« Daarachter werden nu de volgende woorden gevoegd: «en voor sooveel daeromtrent voor sijn persoon van geen genoegsame dienst soude connen sijn, daertoe op ordre van de heeren Fabrycqmeesteren soodanigen persoon, in deser stads dienst wesende, te emploieren, die daertoe de gerequireerde bequaemheyt sal besitten.» De stadsbouwmeester maakte spoedig van die vergunning gebruik en «employeerde» sindsdien doorgaans «tot saken van die natuyr» d.w.z. «tot het maken van teykeningen en diergelijke saken», een zekeren Pieter Asselin. Een inmiddels (bij Vroedschapsbesluit van 7 Mei 1697) inge stelde commissie van Burgemeesteren, Fabriekmeesteren en Reken- meesteren kwam eveneens tot de conclusie «dat de fabrycagie behoorde te werden bedient door ijemand die in de gronden van de mathesis ende bouwkunst ervaren was en bequaem tot het maken van teykeningen, modellen, carteeringen en wat des meer is.» Deze persoon zou dan meteen contraboek kunnen houden van de registers van ontvangst en uitgaaf van den Stadsbouwmeester en onder de benaming van knegt van de fabricagie» werkzaam moeten zijn op een instructie, die 16 April 1698 door de vroed schap werd vastgesteld. 2) Op die instructie nu stelden 27 Mei 1698 Burgemeesteren en Fabriekmeesteren tot «knegt van de fabricagie» aan, den reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam zijnden Pieter Ancelin. Het resultaat van zijn arbeid is o. a. het «Register ofte korte recapi tulatie dezes boekdeels (van alderhande zaken) innehoudende de gepasseerde contracten, bestecken etc» beginnende met 1 Juni 1698 en eindigende met 5 Maart 1720.3) Een ander bewijs van zijn werkzaamheden en van het vertrouwen dat de stadsregeering in zijne kundigheden stelde, is het uitgebreide en merkwaardige rapport, dat hij aan Burgemeesteren en Fabriek- Uit deren tijd zal de ongedateerde instructie stammen, die hierachter als bijlage A is opgenomen. 2) Zie hier achter bijlage B. 3) Fol. I 158™ van het register van alderhande zaken I oud n°. 39 PI. werken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1924 | | pagina 56