I. BOER Hz.
De man, die anderhalf hoofd uitstak boven de middelmaat in
de kadasterwereld, heeft den dienst wegens het bereiken van den
zeventigjarigen leeftijd verlaten.
Na de hulde, die hem onlangs bij zijn 50-jarig ambtsjubileum
gebracht is en welke kwam niet alleen van hen, die van nabij
met hem in dienstbetrekking stonden, maar die vrijwel algemeen
was, moge hier een overzicht van zijn werk een plaats vinden.
Zij het dan een onvolkomen of zelfs vluchtig overzicht. Het doel
hem te eeren en ook om aan de jongeren voor oogen te stellen
de figuur, die hij was, het buitengewone voorbeeld, dat hij gaf.
Naar verbetering en verheffing van ons dienstvak streefde hij
onvermoeid en op wetenschappelijke wijze; deze waarheid treedt
wèl naar voren bij het overschouwen van zijn arbeid!
Jarenlang heeft de Vereeniging voor Kadaster en Landmeet
kunde de rechtsgeldigheid van het kadaster als leus in haar
vaandel gevoerd. Boer is geweest de promotor bij uitnemend
heid van dit denkbeeld. Candidaat-notaris in hetzelfde jaar 1876,
waarin zijn benoeming tot landmeter viel en gedurende 19 jaren,
van de oprichting in 1885 af, redacteur van dit Tijdschrift, daarna
voorzitter der Vereeniging en van 1 December 1905 af ingenieur
verificateur ter standplaats Arnhem, was hij degene, die leiding
gaf aan het streven naar verbetering van het kadaster.
De noodzakelijkheid van den eisch, het kadaster te laten dienen
tot vastlegging van de rechten op den grond, ervoeren de land
meters bijna dagelijks, als zij zagen hoe verschil tusschen ka
dastrale- en eigendomsgrens tot ongewenschte gevolgen aanleiding
gaf. In de plaats van het bezitskadaster, dat nooit «bij» kon zijn,
daar het niet elke wijziging in de bezitsgrens kon volgen en
waarbij zelfs onderscheid te maken viel tusschen eigendomsgrens,
bezitsgrens en kadastrale grens, een verscheidenheid, die niet
wenschelijk is uit een oogpunt van rechtszekerheid, in de plaats
van dat bezitskadaster wilden zij iets beters stellen, waarbij boven-
Quorum pars magna fuit.
Vrij naar VlRGlLlus.