9°
bare opbrengst, maar ook wat betreft de door het rechtsverkeer
gevorderde wijzigingen in den vorm dier perceelen.
De wijzigingen in den rechtstoestand der perceelen worden
ontleend aan de overgeschreven akten en aan de memoriën van
successie. Blijkt daaruit, dat zij gedeelten van kadastrale perceelen
betreffen, dan worden die perceelen door een landmeter na eene
plaatselijke opneming, waarbij partijen aanwijzing geven van
hunne in de akte neergelegde bedoeling, gesplitst, en de daar
door gevormde perceelen, voorzien van nieuwe nummers, met
bepaling van soort van eigendom en oppervlakte, ten name ge
steld overeenkomstig de akte. Ook komt het meermalen voor,
vooral in de groote steden, dat die nieuwe kadastrale indeeling
op kosten van partijen wordt bewerkstelligd vóór en met het oog
op te verrichten rechtshandelingen.
Als laatstgenoemde wijze van handelen algemeen werd gevolgd,
en dus alle leveringen, hypothecaire inschrijvingen en verervingen
betrekking hadden op geheele kadastrale perceelen, zou men er
toe kunnen komen om scherp te onderscheiden tusschen tech-
nischen en administratieven dienst, op grond van de overweging,
dat de landmeter dan voor onroerende goederen hetzelfde deed
als de scheepsmeter voor schepen: ze voorzien van een kenteeken
(het perceelnummer op de kaart) en het bepalen der grootte.
Men zou dan echter een voorname administratieve verrichting
van den landmeter moeten wegcijferen, n.l. het leggen van het
verband tusschen de oude en de nieuwe perceelen, de z.g. ver
wijzing, welke voor de hypothecaire boekhouding van groot be
lang is. Zonder die verwijzing is het namelijk niet mogelijk om
in onze hypothecaire administratie na te gaan of een grondstuk
onder vroegere kadastrale aanduidingen met hypotheek of erf
dienstbaarheden is belast geworden, en met die verwijzing is dat
vaak nog onmogelijk voor iemand, die de metingstukken der
landmeters niet kan lezen en verstaan.
De hiervoor omschreven wijze van handelen wordt echter niet
algemeen gevolgd. Regel is, dat gedeelten van perceelen, als
zij moeten worden vervreemd of bezwaard, niet van te voren
worden uitgemeten, en dat de bewaarder, omdat hij de voor de
beoordeeling noodige gegevens mist, genoegen heeft te nemen
met de beschrijving, d. i. de administratie van de nieuwe per
ceelen, welke de landmeter aan de hand van de stukken en zijne