7
d. i. de contradictoire vaststelling van alle eigendomsgrenzen vóór
het kadaster eener gemeente wordt vernieuwd. Als authentiek
bewijs der overeenkomst wordt door den landmeter het proces
verbaal opgemaakt, hetwelk door nederlegging op het hypotheek
kantoor openbaar wordt gemaakt en daardoor werkt tegen derden.
In de artt. 5 t/m 7 vindt men de bewijskracht en de positieve
werking geregeld. De vroeger opgeworpen moeilijkheden gelegen
in de vraag, wie wel aan de vaststelling der grenzen zouden moeten
meewerken, werden in het ontwerp ook overwonnen.
De aan het verslag der Staatscommissie toegevoegde afzon
derlijke nota van Boer, waarin hij zijn licht liet schijnen op het
meest geschikte stelsel van boekhouding op den grond, zij hier
terloops vermeld.
In December 1915 was aan den Ingenieur-Verificateur Boer
door den Minister (Mr. M. W. F. Treub, die tot in 1913 lid
was geweest der Staatscommissie), machtiging verleend tot het
verrichten eener hermeting van de gemeente Dierenwaarbij de
beginselen, door de Staatscommissie aangegeven, practisch toe
passing zouden vinden. De uitvoering van deze proefhermeting
in de drie volgende jaren is te beschouwen als een feit van het
allergrootste belang voor het Nederlandsche kadaster. Delimitatie
ging aan de opmeting vooraf en geschiedde geheel alsof de wet
op de grensregeling reeds tot stand was gekomen; de technische
grondslag werd gelegd zoodanig, dat juiste uitzetting der opge
meten grenzen en nauwkeurige bijhouding op de eenvoudigste
wijze gewaarborgd wassplitsing en combineering van eigendoms-
en belastingkadaster werd doorgevoerd op de plans en in de
boekhouding en deze werd ingericht als kaartsysteem.
Het antwoord op de vraag naar de resultaten van die proef
kan niet anders luiden dangeslaagdHet wetsontwerp op de
grensregeling doorstond den toets aan de praktijk en, vergeleken
bij de vroegere methoden, bleek deze vernieuwing doeltreffender,
eenvoudiger en goedkooper.
Alvorens het bestaande kadaster der gemeente Dieren werd
vervangen door de uitkomsten van bovengenoemde hermeting,
vroeg de Minister in 1920, onder toezending vaneen «Overzicht»
van de samenstelling van het nieuwe kadaster, het oordeel van
verschillende autoriteiten en vereenigingen. De naar aanleiding
daarvan uitgebrachte rapporten zijn (behoudens dat van de Ver-